Copyright H.E. Schoonekamp. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

dinsdag 29 oktober 2013

Column 11 voor Contact. Zwartwerken

Zwartwerken. 

Ik ga hier wat bekennen, ik moet het kwijt. Ik werk namelijk zwart. Gewoon omdat ik het leuk vind om te doen. Ik weet dat ik niet de enige ben die het doet, ik ken veel meer mensen die ook zwartwerken. Die ga ik hier natuurlijk niet verlinken, ik kijk wel uit. Het zwartwerken doe ik naast mijn gewone baan. Ik werk niet het hele jaar zwart hoor, ongeveer drie weken per jaar. En ook niet zomaar voor iedereen, nee ik ben daar vrij kieskeurig in. Ik werk alleen zwart voor een man. Een oude man met schimmel. Hij is niet veel in Nederland, zo aan het einde van het jaar duikt hij ineens weer op om zijn verjaardag hier te vieren, dat vindt hij leuk. En ondanks dat ik zwart voor hem werk laat hij altijd wel zien dat ik bij hem hoor, hij doet er niet geheimzinnig over ofzo. 
Nou is er ineens wel erg veel ophef over dat zwartwerken. Niet alleen over mij, maar over alle zwartwerkers. Men schijnt er nogal veel moeite mee te hebben dat het ZWARTwerken is. Dat zou discriminerend zijn. Ik merk er zelf niks van op het moment dat ik zwartwerk. U zou eens moeten horen wat ik als blondje naar mijn hoofd geslingerd krijg. Daar heb ik dus mooi geen last van op het moment dat ik zwartwerk. 
Maar als ik niet meer mag zwartwerken, wat moet ik dan? Een blauwtje lopen heb ik ervaring mee, maar blauwwerken? Dat ziet eruit als blauwbekken. Groenwerken, dat lijkt  zo jaloers en bovendien zie ik er dan uit of ik een groentje ben. En als ik roodwerk sta ik dus rood. Witwerken dan maar? Ik ga de concurrentie met de Witte Wieven uit Zwiep niet aan, die maken me echt wit om de neus. En van grijswerken krijg ik acuut grijze haren. Rozewerken klinkt leuk maar daar is al een parade van in Amsterdam. Ik wil dus blijven zwartwerken, gewoon omdat ik het leuk vind. De VN schijnt zich er nu mee te bemoeien. Sociale media en kranten staan er vol mee, de politiek weet niet wat ze ermee moeten. 
Ik snap er helemaal niks van. Zwartwerken is voor mij namelijk een feest om te doen. Als ik zwartwerk maak ik mensen aan het lachen. Ik deel de cadeautjes van de oude man met schimmel uit. Ik dans, ik zing en ik lach. Ik wil niet dat er anders dan dat naar me gekeken wordt. Ik discrimineer niet. Niet als blondje en niet als zwartwerker. Daarom sla ik dit jaar het zwartwerken over. En hoop ik dat ik volgend jaar weer gewoon kan gaan zwartwerken. Gewoon omdat het een feestje is.

woensdag 16 oktober 2013

Column 10 voor contact: Bokbierdag

Bokbierdag


"Ga je ook naar de bokbierdag en mag ik dan blijven slapen?" De eerste berichten komen al in augustus als de zon nog hoog aan de hemel staat en een koud witbiertje aantrekkelijker lijkt dan een bokbiertje. Ik kijk er ook al weken naar uit. Steeds als ik Zutphen inrijd krijg ik heel veel zin in bier en chocola. Als u daar iemand heeft zien slingeren dan was ik dat waarschijnlijk. Ik heb namelijk aardig wat bokkensprongen uitgehaald om de aankondigingen van de gemeente voor het chocoladefestival en de bokbierdag te ontwijken. Op zaterdag voor de bokbierdag veel berichten en afspraken met mensen om elkaar ergens te treffen. Ik heb er zin in! Op zondag de 13e word ik wakker van de regen. Drie uur later zit ik met de bokkenpruik op pruilend voor het raam naar de nog steeds vallende regen te staren. Gaat dit nog ophouden? De optocht, de muziek, het bier, dit kan toch niet doorgaan in de stromende regen? Dan een berichtje: "we gaan toch wel hè!" Ik geef de bokkenpruik een slinger en een uur later sta ik vrolijk met vrienden naar een toch droge optocht te kijken. Mooie wagens, bijzondere koetsen en prachtig geklede mensen op de bok. Als de optocht voorbij is wordt het de hoogste tijd voor een bokbiertje! We zijn niet de enigen die dat denken en de stad stroomt vol. Het is gezellig druk en het eerste bokbiertje smaakt meer dan prima. Sms: "waar ben je?" "Bij de Korenbeurs" stuur ik. "Ik ook!" krijg ik terug! Even zoeken en dan een gezellig weerzien met iemand die ik te lang niet heb gezien. Bijkletsen, biertje en dan even verder lopen. Genieten van de muziek en de biertjes. Ze allemaal proeven is onmogelijk, daarom maar wat keuzes maken. Ondertussen worden de biertjes verdund door het vallende hemelwater. Een zondebok hiervoor kunnen we niet aanwijzen en dus gaan we gewoon door. De meeste mensen deert de regen niet. Ze zijn er nu toch al, niemand wordt er bokkig van. Dat een aantal mensen inmiddels wel flink onder invloed is blijkt als we zien dat een ouwe bok flink moeite doet om een jong blaadje te krijgen! We moeten lachen om zijn wanhopige pogingen zonder echt vervelend te zijn. Met één biertje hebben we een bok geschoten, die smaakt minder lekker. De andere biertjes zijn heerlijk. En heel veel soorten bewaren we tot volgend jaar om te proeven. Als een bok op de haverkist zijn we klaar voor bokbierdag 2014! Maar waar nou die naam vandaan komt? 

Column 9 voor Contact: Lost in Zutphen

Lost in Zutphen


Luie zaterdagochtend met een bak thee en een goed boek op de bank. Konijnen huppelend door de kamer. Na een drukke week redelijk op tijd naar bed gegaan de avond ervoor. En nu uitgeslapen fris en fruitig wachten op iemand met wie ik even de stad in zal gaan. Ik hoor dat er een motor op de stoep parkeert. De deurbel gaat en ik zie iemand met een verbaasde blik voor me staan. "Ik dacht dat je weg was! Nu is het mijn beurt om verbaasd te kijken. "Hoezo, we hadden toch afgesproken?" Vriend knikt instemmend en zegt "ja maar je fiets staat er niet!" Ik loop meteen naar buiten, maar helaas heeft hij gelijk. Iemand heeft afgelopen nacht m'n fiets gejat. Op m'n sokken loop ik door de buurt om te kijken of de fiets niet gewoon ergens anders staat, maar nee, fiets is weg. Zelfs van het slot is niks meer te vinden. Dat ik er best chagrijnig van ben is licht uitgedrukt. Dat wordt dus lopend door het leven voorlopig.
De volgende dag heb ik afgesproken om bij een vriendin aan de andere kant van Zutphen langs te gaan. Dat is te ver om te lopen, dus dan maar met de auto. Ik rij nooit met de auto in Zutphen. Met de fiets is veel sneller en makkelijker. En beter voor m'n conditie en het milieu. Maar nood breekt wet. Ik stap in de auto en wil wegrijden. Maar dan bedenk ik me dat ik geen flauw idee heb hoe ik er kom met de auto. Linksaf dan maar, dat moet de meest logische route zijn. Onderweg houd ik mijn ogen goed open, misschien staat mn fiets ergens. Na een stukje gereden te hebben wil ik linksaf. Zo rij ik met de fiets immers ook altijd. Met de auto blijkt dat niet te mogen, eenrichtingsverkeer. Dan maar een straatje omrijden. Deze straat blijkt ook eenrichtingsverkeer te zijn. Een paar straten verderop kan ik eindelijk wat meer in de richting gaan waar ik heen moet. Een paar minuten gaat het goed en dan kan ik niet verder. Doodlopende straat. Met de fiets kan ik hier wel door, dus zo heel doodlopend is de straat niet. Eigenwijs rij ik door en zie dan dat er een paal midden op de weg staat. Eromheen rijden is geen optie, keren dan maar. En aan mezelf toegeven dat ik de weg in Zutphen niet ken met de auto. Na nog een paar keer verkeerd gereden te hebben kom ik eindelijk aan op de plek van bestemming. Een gezellig avond en met de auto weer terug. Wederom weet ik heel goed hoe ik moet fietsen maar met de auto blijken veel wegen niet te mogen. Veel langer dan met de fiets ben ik onderweg naar huis. Ik wil mijn fiets terug. En niet meer verdwalen in mijn eigen stad! 

Column 8 voor Contact, Herfst


HERFST

Hoor de wind waait door de bomen, hier in huis zelfs waait de wind. Zou de goede S…. Verschrikt stop ik met zingen. Ja, de wind waait door de bomen. En ja, hier in huis zelfs waait de wind. Maar of de goede Sint zal komen? Dat is wat ik nu niet bijster interessant vind.
Maar de tekst van het lied klopt wel. Terwijl het in mijn hoofd nog zomer is. En daar kom ik snel achter als ik naar buiten loop en de deur achter me dicht trek. Koud! Niet heel koud, maar te koud voor een t-shirt. Terug naar binnen en een jas aan! Op weg naar de kapper. Was het twee weken geleden nog de warmste septemberdag in jaren, vandaag is er niks meer van te merken, hoewel het zonnetje schijnt. Halverwege is ineens het zonnetje weg, de lucht heel donker en komt er een enorme regenbui naar beneden. Geen paraplu meegenomen natuurlijk. Als een verzopen kat kom ik bij de kapper aan. Met korter, maar droog haar verlaat ik de kapper. M’n kleren zijn ook weer redelijk opgedroogd. Gelijk maar even boodschappen doen. In de supermarkt zie ik twee type mensen: de realisten met warme, regenbestendige kleding. En de natte mensen in t-shirts. Met volle boodschappentassen stap ik weer op de fiets. Ik fiets nog op de parkeerplaats als er wederom een flinke bak water uit de hemel naar beneden komt. Snel naar huis fietsen, boodschappen opruimen, een hete douche en droge kleren aan. Als ik weer droog ben achter m’n oren belt een vriendin. Of ik zin heb om mee te gaan zwemmen. Ik bedank voor het aanbod, genoeg water gezien vandaag. Zij eigenlijk ook wel en daarom besluiten we naar de bioscoop te gaan. Met paraplu boven mijn hoofd fiets ik naar de bioscoop. De film is leuk en we kletsen nog even na. Als ik naar huis fiets begint het weer eens te regenen. En kom ik er achter dat ik de paraplu in de bioscoop heb laten liggen. Zucht. Een poging om tussen de regendruppels door te fietsen mislukt en ik kom hartstikke nat thuis. Douchen en naar bed. De volgende ochtend word ik wakker in het donker. Ik vraag me af welke idioot de wekker midden in de nacht heeft gezet, maar dan besef ik me dat het gewoon ochtend is en ikzelf die idioot ben die de wekker heeft gezet. Herfst dus.
Dag zomer. Dag zonnige droge fietstochtjes. Dag zon in de morgen. Hallo herfst. Ik ga wel aan je wennen.