Copyright H.E. Schoonekamp. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

donderdag 29 januari 2015

Fairmail. Column 2015-4 voor Contact.

Er is een nieuw jongetje komen wonen in het tehuis in Huanchaquito in Perú. Hij krijgt kleding, een bed, eten en 14 nieuwe huisgenootjes. En als over een paar weken de zomervakantie voorbij is gaat hij ook naar school. En hoewel de faciliteiten minimaal zijn in het tehuis, begint voor hem nu na acht jaar eindelijk een veilig leven waarin hij gewoon kind mag zijn en waar liefdevol voor hem wordt gezorgd. Een leven zonder zorgen of angst. Hij wordt opvallend makkelijk in de groep opgenomen en speelt al snel een potje voetbal mee op de binnenplaats. De volgende dag ziet hij voor het eerst de zee. Zoveel water is echt vreemd en ook best beangstigend. Ik neem hem stapje voor stapje mee aan mijn hand de zee in om hem te laten wennen aan het water en de golven. Kopje onder gaan we niet. Hij kan niet zwemmen. Zoals bijna niemand dat kan hier in Perú. Ze zijn verbaasd dat ik wel kan zwemmen… Al snel is hij met andere jongens zandkastelen aan het bouwen in de branding. Gewoon, zoals alle kinderen dat overal ter wereld aan de kust doen. Ik heb sunblock gekocht voor de jongens. Ook al hebben ze een getinte huidskleur, zij verbranden net zo snel als ik zo dicht bij de evenaar.
In Huanchaco, het wat grotere dorp naast Huanchaquito, woon ik in een huis waar ook Charlie Merrill woont. Charlie is net afgestudeerd in de Verenigde Staten en hij doet een paar maanden vrijwilligerswerk voor Fairmail. Fairmail is een van oorsprong Nederlandse organisatie. Ze werken met kansarme tieners in Perú, India en Marokko. De tieners krijgen gratis les in fotografie. Van hun beste foto’s worden kaarten gemaakt die verkocht worden in verschillende landen. Van de winst gaat 50% naar de tieners die daarmee hun opleiding kunnen bekostigen. Twee voormalig bewoners van het tehuis waar ik werk en één jongen die er nu woont doen mee bij Fairmail. Op een dag kwam ik thuis van het werk in het tehuis. Charlie was op zijn laptop bezig met de foto’s en vroeg me: ‘Kun je me dinsdagmiddag helpen? Ik heb een blondje nodig die een baby gaat ontvoeren.’ Ongetwijfeld zag hij mijn verbaasde blik waarop hij me uitlegde dat hij een korte film ging maken met een paar Fairmail tieners. Zij hadden het script geschreven en daar kwam een buitenlandse vrouw in voor die een baby ging ontvoeren. Daar wilde ik uiteraard wel aan meewerken. En zo maakte ik nader kennis met Fairmail. Heel interessant om met ze op pad te gaan. Ook leuk om een keer met meiden te werken, in het tehuis wonen namelijk enkel jongens. Ik heb de “baby” ontvoerd, maar qua acteertalent moest ik het overduidelijk afleggen tegen de Peruaanse tieners. Geweldig om te zien. Mooi hoe ze bij Fairmail met veel plezier aan een toekomst werken. En hoe ook daar vrijwilligers zich inzetten voor de tieners. Waar je geboren wordt, dat kun je niet kiezen. Wel kun je vanaf een bepaalde leeftijd kiezen wat je verder met je leven doet. En een beetje hulp daarbij, dat hebben we allemaal nodig, maar in sommige delen van de wereld een beetje extra…

Voor meer informatie en de kaarten van Fairmail: http://www.fairmail.info

Link naar de video: https://www.facebook.com/video.php?v=1002717206424388&set=vb.548810021815111&type=2&theater

dinsdag 27 januari 2015

Surfles. Column 2015-3 voor Contact

Column voor de Zutphen editie van Contact. Gepubliceerd 22 januari 2015. 


Hier in Perú is het zomer en wordt het met de dag warmer. Op vakantie gaan is meestal geen optie in Perú. Zeker niet als je met 13 andere kinderen in een kindertehuis woont. Dan behoort een dag uit al niet meer tot de mogelijkheden. En dan zijn twee maanden zomervakantie ineens wel heel erg lang. Gelukkig voor de 14 jongens in het tehuis is er een surfschool in Huanchaco die ze gratis surfles geeft en waar ze gratis het materiaal kunnen gebruiken. De jongens vinden het geweldig en als echte surfdudes lopen ze naar het strand met de surfplanken en proberen ze in het water op de planken te staan, wat ze best goed afgaat. Ik ga graag mee. Niet om te surfen, maar om foto’s te maken. Voor ik weg ga zal ik de foto´s ergens laten afdrukken zodat ze allemaal wat stoere surffoto’s hebben om in de slaapkamers te hangen. In elke kamer slapen ze met vier jongens, dus het is leuk om wat persoonlijks aan de kale muren te hebben. 
Buiten het werk in het kindertehuis doe ik natuurlijk ook van alles. Ik ga graag naar de stad Trujillo wat een mooi historisch centrum heeft. Buiten de stad zijn de Huaca de Luna y Sol, de tempels van de maan en zon van de Moche cultuur. Ook de eeuwenoude stad Chan Chan ligt hier dichtbij. Perú is vooral bekend om de Inca cultuur, maar de Moches leefden ver voor die tijd. Qua natuur is het hier in de woestijn vooral zand en zee. En elke avond de mooiste zonsondergang die ik ooit ergens heb gezien. Ik heb hier ook veel leuke mensen ontmoet. En met een aantal van hen beland ik op een zaterdagavond in de stad Trujillo om een drankje te drinken. In een bar raak ik in gesprek met Janeth, een hele leuke en vrolijke Peruaanse. Als ik vertel dat ik uit Nederland kom vertelt ze mij dat ze een paar jaar in de Achterhoek heeft gewoond. ‘Ik ging altijd graag naar Zutphen’ zegt ze zonder dat ik haar heb verteld dat ik daar woon. Ik wil het eerst niet geloven, maar ze kan echt veel vertellen over Zutphen. De Walburgkerk, de IJssel en zelfs Droge Nap kent ze. Als ik een foto op mijn telefoon van mijn huis laat zien kan ze precies vertellen waar het is. Aan het water bij een parkeerplaats. Ongelooflijk. We besluiten nog eens af te spreken en worden vrienden op Facebook. En de volgende dag plaatst ze een foto op mijn Facebook van haarzelf in het beeld van Droge Nap. Het duurt lang voor ik kan stoppen met lachen. Ik dacht even van Droge Nap verlost te zijn. Maar zelfs meer dan 10.000 kilometer van Zutphen weet hij me nog te vinden…

dinsdag 20 januari 2015

Brief aan Máxima. Briefgeheim

                                                                          Zutphen, 21 januari 2015

Beste Koningin Máxima, 

Ik heb wat brieven gekregen van de AIVD. Ze vertelden mij dat uw aanspreektitel "Majesteit" is, en niet "Beste Koningin Máxima". Nou vind ik Majesteit echt te truttig als aanhef van een brief, dus ik blijf gewoon Beste Koningin Máxima schrijven. Majesteit vind ik meer passen bij uw schoonmoeder en de vorige eeuw. Zoals ik eerder al uitgelegd heb: Uw naam is Máxima, u bent koningin, en omdat u de enige koningin bent, bent u ook vanzelfsprekend de beste.
Misschien moet u die lui van de AIVD maar eens aanpakken en zeggen dat ze zich niet met uw post moeten bemoeien. Ik schrijf altijd netjes mijn naam en adres als afzender achterop de envelop, dus ze weten dat het van mij afkomt en niet van één of andere mafkees die u liefdesbrieven schrijft of snode plannen heeft.

Overigens goed dat u gewone goedkope enveloppen van de Hema gebruikt voor uw brieven aan mij en niet uw naam en adres op de envelop schrijft. Ik vertrouw de postbode hier volledig, maar een brief van de koningin achterover drukken is toch wel verleidelijk. Dat het die uitgever is gelukt om mijn brieven aan u te bemachtigen is al erg genoeg. Hij gaat er echt een boek van uitbrengen. Een boek van al mijn brieven aan u. Over een maand of 4 moet dat boek in de winkel liggen. Ik vind het wel heel erg gênant, want ik heb u veel dingen in mijn brieven verteld die niemand wat aangaan. Vertrouwelijke, persoonlijke zaken. Maar ik ben gelukkig maar gewoon Henrieke. Volstrekt onbekend in binnen-en buitenland. Dus hij gaat zijn gang maar met zijn boek, er is waarschijnlijk toch niemand die het wil lezen. Als uw brieven aan mij gevonden waren, dan was dat vele malen erger geweest. Veel persoonlijke dingen heeft u mij in uw brieven verteld. Ik las in de krant dat u afgelopen week in gesprek bent geweest met kinderen van gescheiden ouders. Zag u de bui al hangen? Niet nodig hoor. Ik heb al uw brieven verbrand en heb er met niemand over gesproken. Al ben ik het wel met u eens dat Enrique Iglesias een flinke huwelijkscrisis waard is, evenals Messi en Antonio Banderas. Een Hollander is leuk, maar die latin-lovers zijn nou eenmaal een stuk interessanter. Helaas heb ik het telefoonnummer van Enrique ook niet. Als ik dat kan achterhalen laat ik het u meteen weten.

Ik denk niet dat het een goed idee is om over te stappen op e-mail. Als u een gewone brief schrijft weet u zeker dat er maar eentje van is. Een e-mail blijft altijd ergens op het World Wide Web hangen… En echt, ik verbrand uw brieven meteen. Ik ben echt bang dat het e-mailadres MáximalovesEnriqueIglesias@hotmail.nl ontdekt en gehackt gaat worden. Laten we dus maar gewoon met pen en papier brieven blijven schrijven.

Voor die uitgever verzinnen we nog wel een keer een goede oplossing…

Hartelijke groet van uw onderdaan en penvriendin, 


Henrieke Schoonekamp 

Perú 2. Column 2015-2 voor Contact.

De berichten over een koud, regenachtig, en winderig Zutphen hebben mij hier in Perú ook bereikt. Ik leef met u mee daar, al kan ik me hier in een heel warm, droog en zonnig Huanchaco amper meer voorstellen hoe de kou aanvoelde. Met heel veel sunblock op mijn blanke huid ben ik bijna elke dag bij de jongens in het kindertehuis. Zo vlak bij de evenaar is de zon gevaarlijk sterk en heb ik sneller de kleur van een kreeft dan me lief is.

In Nederland ben ik gewend om 's ochtends naar mijn auto te lopen en daarmee naar het werk te rijden. Hier gaat dat iets anders. 's Ochtends loop ik naar de kust, waar tussen het strand en de gebouwen een weg loopt. Het kindertehuis ligt in het dorpje Huanchaquito, even buiten Huanchaco. Bushaltes zijn er niet, wel rijden de bussen af en aan tussen Huanchaco en de stad Trujillo. Als er een bus aankomt dan wapper ik gewoon met m’n handen, waarop de bus stopt. Ik heb dan gemiddeld twee seconden de tijd om in de bus te springen waarop deze verder rijdt. De bussen zijn heel oud, roestig en rammelen aan alle kanten. In Nederland waren ze nooit APK goedgekeurd, hier doen ze niet zo moeilijk en kunnen ze nog jaren mee… En van elke chauffeur vraag ik me af of hij wel een rijbewijs heeft. Ik ben met mijn 172 centimeter hier erg lang. Zo lang, dat ik niet recht op een stoeltje in de bus kan zitten. Ik ben dan ook altijd erg blij als ik Huanchaquito nader en en naar de chauffeur kan roepen “baja”. Voor hem het teken om als een malle op de rem te trappen zodat ik een halve sol (0,14 eurocent) kan betalen om dan uit de bus te springen. En terwijl mijn voet nog op de onderste trede is, rijdt de bus alweer verder. Dan nog even door het stoffige zand van Huanchaquito lopen en dan ben ik bij het kindertehuis. Openbaar vervoer is een avontuur op zich…

Als er geen bijzonderheden zijn ga ik graag met de kinderen naar het strand. Dat was ook even wennen, met 15 kinderen naar het strand die niet kunnen zwemmen en die gewoon de zee inspringen. Maar net als met de bussen gaat dat ook goed. Zandkastelen bouwen, zandkrabbetjes vangen, spelen met water, spelletjes doen… gewoon een lekkere dag aan het strand. Ik bedek me zoveel mogelijk om niet ook een kreeft te worden. Want verbrand terug naar Huanchaco met de bus, dat is echt niet te doen…



vrijdag 9 januari 2015

Perú. Column 2015-1 voor Contact.

Eind 2013 vertrok ik uit Perú nadat ik er zeven weken was geweest. Van de zeven weken had ik er vijf in een kindertehuis gewerkt. En toen ik vertrok wist ik heel zeker: Perú zat voor altijd in mijn hart en een deel van mijn hart bleef achter in Perú. Dat ik besloot om tijdelijk weer terug te gaan naar Perú, en vooral naar het kindertehuis, was dus niet verwonderlijk.
Uiteraard heb ik in Nederland ook gelezen hoe op een aantal plaatsen in de wereld kinderen worden gebruikt in tehuizen om “rijke” vrijwilligers te lokken. In het kindertehuis waar ik als vrijwilliger werk gebeurt dit zeker niet. In 2013 kreeg ik in Perú eerst een gesprek met een psycholoog en werd mijn Spaans getest. Ze wilden zeker weten dat ik kon omgaan met kinderen met vaak heftige verledens op straat en dat ik op een normale manier met hen kon communiceren. Ik slaagde gelukkig voor de testen. Ik betaal ook geen geld om er te mogen werken, ik betaal alleen mijn verblijf. Er is dus niemand die er geld aan verdient.
Na een lange vliegreis en een nog langere busreis was ik weer terug in Huanchaquito, een dorpje in het noorden van Perú, aan de kust in de woestijn. Een van oorsprong vissersdorp met typische rieten vissersboten, de zogenoemde caballitos. Perú ligt op het zuidelijk halfrond en het is hier nu dus zomer. De temperatuur is hoog, maar door een koude golfstroom is het zeewater niet warmer dan 14 graden Celsius. En omdat het zomer is hebben de kinderen in het tehuis nu zomervakantie. In 2013 hielp ik veel met huiswerk maken, nu is het vakantie dus veel tijd voor leuke dingen. In het tehuis wonen momenteel 14 jongens in de leeftijd van 8 tot 15 jaar. De eerste dag dat ik weer terug kwam bij het tehuis was even spannend. Zouden ze me nog wel kennen? Er waren ook veel nieuwe kinderen. Maar toen ik bij de poort stond en een paar bekende stemmetjes mijn naam hoorde roepen was het meteen weer goed. Geweldig om weer bij ze te zijn en weer met ze te kletsen en spelen. Mooi om te zien hoe kinderen die er in 2013 net waren en angstig en verlegen waren nu opgebloeid zijn tot stoere voetballers die het best goed doen op school. Wat voor de jongens heel belangrijk bleek te zijn, was dat er iemand was die ze leuk genoeg vond om voor terug te komen. 
Speelgoed is er bijna niet, faciliteiten ook niet. Zo doen de kinderen hun eigen was, met de hand. Begeleiders maken hele lange dagen van 26 uur. Maar het belangrijkste is dat ze er veilig zijn, eten en drinken krijgen, kind kunnen zijn en naar school gaan. En hoewel het de bedoeling is dat ik ze wat leer, leer ik net zoveel van hen, van deze bijzondere, leuke jongens. Zo kan ik tegenwoordig best goed voetballen… En weet ik dat persoonlijke aandacht en af en toe een knuffel zoveel belangrijker is dan een kast vol speelgoed. 

vrijdag 2 januari 2015

Brief aan Máxima: Gelukkig 2015

                                                                          Zutphen, 1 januari 2015

Beste Koningin Máxima, 

De beste wensen voor dit komende jaar! Ik hoop dat 2015 een mooi en liefdevol jaar voor u en uw hele familie wordt!

Bent u een beetje bijgekomen? Is het bij u thuis ook weer zo uit de hand gelopen en is er tot vanochtend vroeg doorgefeest? Werd u ook vanmiddag pas wakker en toen u in de woonkamer kwam, dacht u toen ook dat er een orkaan was geweest? Altijd lastig om met een kater de drank- en etensresten van de vorige avond op te ruimen. Het is echt een dag om op de bank te gaan liggen en te vergeten dat het goede voornemen om niet meer zoveel te drinken de eerste uren van dit jaar al mislukt is.

Is het nog gelukt om al die oliebollen op te eten die uw schoonmoeder heeft gebakken? Weggooien is geen optie, ze heeft er zo haar best op gedaan. En u moet vandaag natuurlijk op bezoek bij uw schoonmoeder, dat hoort nou eenmaal zo in Nederland. En durf dan maar eens te zeggen dat haar oliebollen op stuiterballen lijken en dat zelfs de hond ze niet lust. Misschien kunt u ze aan uw beveiligers geven, die zijn toch al gewend aan die harde granenrepen en durven toch niet te weigeren.

Zijn de kinderen inmiddels uitgespeeld met de sterretjes? Het in Duitsland gekochte vuurwerkpakket van uw echtgenoot zal wel voor een mooi spektakel hebben gezorgd. Heeft u hem nog wel gezien gisteravond? Of stond hij net als de rest van mannelijk Nederland vanaf 18:00 uur voor het huis te knallen en te schieten met in zijn ene hand een biertje en in zijn andere hand een sigaret. En ja, die sigaret is echt alleen om het vuurwerk aan te steken…

Succes met het opmaken van de geopende flessen wijn en champagne van gister. Het is wel het beste katermedicijn. Gewoon even doorzetten vandaag. Proost.

Uw onderdaan, 
Henrieke Schoonekamp