Copyright H.E. Schoonekamp. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

donderdag 19 mei 2016

Politieblog. Sleutelkastjes.


‘Ik werd wakker, omdat er iemand in mijn slaapkamer was. Hij stond naast me en was aan het rommelen in mijn nachtkastje. Ik was echt even verstijfd van schrik hoor, maar wist ook niet of ik nou droomde of toch echt wakker was. Ik weet niet waarom, maar ik begon te schreeuwen. En ben op mijn manier zo snel mogelijk uit bed gestapt. En toen rende hij heel hard weg. Wil je echt geen koekje bij de koffie?’

Als forensisch onderzoeker zit ik in een bejaardenwoning, aan tafel bij een hele leuke dame van 96 jaar. Een dappere leuke dame. Ze is 60 jaar ouder dan ik. Haar lijf heeft wel te lijden onder haar leeftijd, maar mentaal is ze net zo bijdehand als ik. Maar enorm geschrokken is ze natuurlijk wel van die "dappere joge vent die ’s nachts naast haar bed stond om haar spulletjes te stelen. 
En daarom drink ik eerst koffie met haar, zij een beetje trillend, voor ik aan mijn sporenonderzoek begin waarmee ik hopelijk die lafaard kan vinden die voor deze dappere 96-jarige dame op de vlucht sloeg.

Ze praat honderduit. Over hoe ze al 17 jaar geleden haar man verloor. En sindsdien dus alleen is, maar toch altijd heeft geprobeerd zoveel mogelijk te genieten van het leven. Dat zo oud worden wel leuk is, maar dat velen om haar heen weg vallen en haar kinderen inmiddels ook de bejaarde leeftijd hebben bereikt. 
Ik schat haar lengte op 1.50 meter, haar gewicht op nog geen 50 kilo. Een kleine, fragiele oude vrouw. En toch sloeg die inbreker op de vlucht voor haar. Gelukkig maar. Als hij haar de mond had gesnoerd of een duw had gegeven had ik hier ongetwijfeld geen koffie met haar gedronken. Dan was dit een heel ander onderzoek geworden.

Mevrouw wordt met haar verzorging geholpen door de thuiszorg. En om haar woning in te kunnen hangt er een sleutelkastje naast haar voordeur. Het kastje kan geopend worden met een code die bekend is bij de thuiszorg. Voor de dagelijkse verzorging maken ze hier gebruik van. Maar ook als ze ten val komt of zich ineens niet goed voelt en op de alarmknop drukt die ze om haar nek heeft hangen. Dan kan er altijd iemand meteen de woning in. Een heel mooi systeem. 

Helaas is het sleutelkastje opengebroken, waardoor de inbreker zonder schade te maken de woning in kon met de sleutel. Ik heb nooit respect voor inbrekers. Maar voor deze lafaard al helemaal niet. En vinden zal ik hem. Daarom zet ik tijdens het sporenonderzoek alles op alles om sporen van hem te vinden. Daarna drink ik nog een keer koffie met haar. Ze krijgt nog dezelfde dag een nieuw sleutelkastje. Een betere. Eigenlijk wil ze niet meer zo’n sleutelkastje. Maar het moet wel. Als er iets met haar gebeurd, dan moet men naar binnen. Ik begrijp haar zorgen en vraag me ondertussen af hoe gerust ik zelf zou zijn met een kastje met daarin mijn huissleutel naast mijn voordeur…
Het is helaas nodig. En ik kan alleen maar hopen dat ze toch goed slaapt de nachten die volgen. En nog flink blijft genieten van het leven. En dat ik met mijn sporen de dader vind.

Voor inbrekers heb ik nooit bewondering. Maar de inbrekers die oude mensen zo de stuipen op het lijf jagen, daar heb ik echt geen woorden voor. Ze hebben zelf toch ook opa’s en oma’s? En een beetje stoere inbreker gaat met een touw via het dak naar binnen om vervolgens de alarmsystemen te ontwijken, zoals Tom Cruise in Mission Impossible. Die staat niet laf midden in de nacht naast een hoogbejaarde dame.

Een paar dagen later sta ik bij mijn oma van 89 jaar voor de deur. Het is zondagmorgen, nog erg vroeg. Voor een familie aangelegenheid haal ik haar diep in de Achterhoek op, om daarna samen naar het westen te rijden. Ik bel aan en kijk ondertussen met argusogen naar het sleutelkastje naast de deur. Ik controleer of het ding schadevrij is en of de code wel is veranderd na het openen van het kastje. Alles in orde met het kastje. Dan doet oma de deur open. Ze kijkt een beetje ondeugend.

‘Ha kind, ooooh, heb hier al een heel spektakel gehad vanmorgen!’
‘Wat is er gebeurd dan oma?’
‘Ik heb me verslapen. Maar toen stond die aardige mevrouw van de thuiszorg voor de deur, en die kon niet naar binnen. Ze heeft heel vaak aangebeld, maar dat heb ik niet gehoord. En toen heeft ze opgebeld, maar dat heb ik ook niet gehoord. Ik kan me niet herinneren wanneer ik me voor het laatst verslapen heb. Maar zij maakte zich natuurlijk grote zorgen. En toen is ze naar iedereen gaan bellen die op de lijst staat, om te vragen of zij wisten waar ik was. Maar niemand wist dat natuurlijk. Niet zo gek, want ik lag gewoon te slapen.’
‘Maar oma, de sleutel van het huis is toch gewoon in het sleutelkastje? Die kan ze toch openen met de code en dan gewoon het huis ingaan?
‘Ja, echt niet. Ik ken de code en heb de sleutel eruit gehaald. Je leest zoveel narigheid over inbrekers die de kastjes openbreken en dan naar binnen gaan. Nee hoor, dat moet ik niet hebben!’
‘Maar oma, als er nou wat gebeurt, als je valt en gewond op de grond ligt en je drukt op de alarmknop, dan moeten ze toch naar binnen kunnen! De familie woont ook niet direct om hoek!’
‘Dat risico moet ik dan maar lopen. En dan slaan ze maar een raam kapot! Kom we gaan, het is al laat.’

Mijn lieve eigenwijze oma. Schijnbaar nooit snel onder de indruk. Als ik in uniform aan de deur sta pakt ze mijn politiepet af. Maar ondertussen...

De ramen en deuren zijn voorzien van hele goede sloten en het dikke dubbele glas wordt niet zomaar kapot geslagen. Ik moet er niet aan denken dat ze ten val komt en niemand de woning inkomt. Aan de andere kant moet ik er ook niet aan denken dat zo’n laffe inbreker naast haar bed staat. Het enige waar ik dus aan kan denken is dat deze inbrekers zo snel mogelijk achter de tralies moeten. 

Deze vrije dag ga ik met mijn oma op stap. En ben ik in gedachten toch ook weer even bij de 96-jarige lieve dame. Die hopelijk weer net zo goed slaapt als mijn zich verslapende omaatje.

Volgende blog: 16 juni. 
Zonder mijn toestemming mag de tekst niet gekopieerd worden, linken mag uiteraard wel.