Copyright H.E. Schoonekamp. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

woensdag 4 maart 2015

Kapper. Column 2015-9 voor Contact

Deze column is gepubliceerd in de Contact. Www.contact.nl.

“Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land?” 
“Ik in ieder geval niet”, verzucht ik terwijl ik voor de spiegel sta en de zoveelste poging doe om mijn haar een beetje toonbaar te maken. Het wil niet lukken. Mijn haar gaat alle kanten op, behalve de goede. Na shampoo, crèmespoeling, maskertjes, gel en haarlak wil het nog niet lukken. Het lijkt wel of ik een ontplofte kat op mijn hoofd heb. Niet dat ik weet hoe een ontplofte kat eruit ziet, maar als ik me er een voorstelling bij moet maken dan lijkt een ontplofte kat op de bos touw op mijn hoofd. Dan maar gewoon een staart maken met een elastiekje, dan lijkt het nog wat…
Ik loop de deur uit om even de stad in te gaan. Halverwege krijg ik een enorme hagelbui op mijn hoofd. De hagel gaat over in regen en uiteraard heb ik geen paraplu bij me. Ik doe de boodschappen en loop terug naar huis. Ondertussen voel ik me een verzopen kat. Gelukkig heb ik geen idee hoe een verzopen kat eruit ziet, maar als ik me er een voorstelling bij moet maken…

Eenmaal thuis voor de spiegel zie ik dat het elastiekje is uitgezakt. Mijn haar ziet er echt niet uit. Ik weet dat er niks anders op zit, ontkennen heeft geen zin meer. Ik moet naar de kapper. En terwijl een vriendin me eerdere deze week vertelde dat ze drie uur heerlijk bij de kapper heeft gezeten en dat haar man niet begrijpt wat ze daar drie uur heeft gedaan, voel ik me ook een man. Ik houd niet van de kapper. Nou ja, de kapper zelf is echt heel aardig. Maar ik houd niet van naar de kapper gaan. Ik haal diep adem en begin met de voorbereiding. Ik stap weer onder de douche en was mijn haar. Ik droog me af, kleed me aan en droog mijn haar een beetje met de handdoek. Vervolgens loop ik met nat haar in de kou de stad weer in. Het is inmiddels gelukkig droog buiten. Aangekomen bij de kapsalon loop ik naar binnen. Ik heb geen afspraak, als ik eindelijk zo ver ben dat ik naar de kapper ga moet het ook meteen gebeuren. Ik vraag aan de kapper of er nog een gaatje is om geknipt te worden. Ik heb geluk, ik moet twintig minuten wachten en dan ben ik aan de beurt. Zuchtend stap ik in de kappersstoel. Wassen is niet nodig, dat heb ik zelf al gedaan. De eerste hindernis is dus genomen. De kapper weet precies wat ik wil, ik kom er vaker. Maar als de schaar in mijn lokken gaat ben ik meteen bang dat er teveel af is. En even later vind ik dat er te weinig af is. Ik moet niet zo kattig doen. De kapper verstaat zijn vak en doet precies wat een kapper moet doen. Vijftien minuten later sta ik op uit de stoel, mijn haar korter en nog nat. Ik wil niet onder de droogkap, ik wil gewoon weg. Geen gepluk en getrek meer aan mijn haar. Ik betaal de rekening, bedank de kapper en loop de deur uit. De kapper hoofdschuddend en in verwarring achterlatend. Eenmaal thuis sta ik weer voor de spiegel. Ik ga met mijn handen door mijn haar en ben toch weer blij met wat de kapper heeft gedaan. Geen ontplofte of verzopen kat meer op mijn hoofd, ik ben gewoon weer Henrieke. Maar wat ben ik blij dat ik de kapper de komende weken niet meer ga zien!

1 opmerking:

  1. Wat een leuke blog zeg. Totaal anders dan alle andere blogs. Zeer uniek en erg leuk om te lezen!

    BeantwoordenVerwijderen