Copyright H.E. Schoonekamp. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

donderdag 27 augustus 2015

Politieblog. Trots op de politie in Nederland.

Eind 2014 nam ik een paar maanden onbetaald verlof bij de politie en vertrok naar Perú om daar in een kindertehuis te gaan werken. Een tehuis voor voormalig straatkinderen in het noorden van Perú. Eind 2013 had ik er al eens 5 weken gewerkt.
“Schrijf eens een leuke column over de politie daar in Peru”, mailde iemand van de politie me. Ik stuurde terug: “De politie hier is een corrupte bende waar ik vriendelijk lachend met een grote boog omheen loop. Korte column…” 
Toch heb ik mijn ervaringen met de politie daar opgeschreven:

Politie in Perú:

In het kindertehuis waar ik een paar maanden als vrijwilliger werk, wonen sinds september 2013 twee broertjes, inmiddels 10 en 12 jaar oud. Ze komen uit een hele slechte wijk en hebben gezien hoe hun vader hun moeder die maand vermoordde. Het gaat nu goed met deze jongens. Ze krijgen psychisch hulp, gaan naar school en spelen als andere kinderen. Tot mijn schrik dook de vader dit jaar ineens op in het tehuis. Met zijn nieuwe vriendin en hun baby. Toen hij weg was, kwamen beide jongens tegen me aan hangen en ik zal die blikken in hun ogen op dat moment nooit meer vergeten. Zo bang en verdrietig. Later bij één van de begeleiders thuis heb ik gevraagd hoe dat mogelijk was. Waarom zat die man niet in de gevangenis? De politie had geen bewijzen dat hij zijn vrouw vermoord had, was het antwoord. Ongelooflijk… Specialisten die kinderen verhoren? Forensisch onderzoekers die sporen zoeken? Een wijkagent die het gezin kent? Rechercheurs die de vader verhoren? Agenten die een buurtonderzoek doen? Hier dus niet… 

Half januari kwam er een nieuw jongetje in het tehuis wonen. Acht jaar, maar de lengte van een vijfjarige. Het enige dat het kind bezat, waren de kapotte kleertjes die hij aanhad. Een moeder had hij niet meer en zijn vader mishandelde hem. Ook hier waren geen bewijzen, dus de politie haalde alleen het kind weg en de vader kon verder met zijn leven. In het tehuis kreeg hij kleding, een bed en een veilige omgeving. Bij onverwachte bewegingen van volwassenen dook hij weg. 
Twee dagen na zijn komst gaan we naar het strand. Ik heb inmiddels een beetje zijn vertrouwen gewonnen en aan mijn hand loopt hij mee. Grote ogen als hij voor het eerst de zee ziet. Zoveel water! Niemand kan hier zwemmen, ook de begeleiders niet. Toch gaat iedereen de zee in, het is hier tientallen meters heel ondiep. Stapje voor stapje neem ik hem mee de zee in. Hij heeft een korte broek en een t-shirt aan. Zwemkleding hebben ze niet. Eerst onze voeten, dan tot aan onze enkels in zee. Hij knijpt mijn hand bijna fijn, maar durft tot aan zijn knieën met mij de zee in. En dan komt er een flinke golf en is hij nat tot aan zijn middel. Ik lach en hij ook. Ik zeg tegen hem dat hij beter zijn shirtje uit kan doen. Dat hebben de andere jongens ook en zo’n nat shirt is niet fijn. Hij doet zijn shirt uit. En dan zie ik op zijn rug en ribben heel veel blauwe plekken en littekens. Ook bebloede rode strepen alsof hij met een stok geslagen is. Ik bijt mijn onderlip kapot en doe tegen hem net of er niks aan de hand is. Maar van binnen kook ik en ik vecht tegen mijn tranen. De politie had geen bewijzen?! 
Hij wil verder de zee in en vraagt of ik hem op wil tillen. Ik was niet voorbereid op een dagje strand, maar ik til hem op en loop met mijn kleren aan de zee in met hem. Hij zegt dat hij het wel een beetje eng vindt als ik tot mijn middel in de zee sta met hem op mijn arm. Ik vraag of hij terug wil, maar dat wil hij niet. Ik zeg hem dat hij veilig is. Dat er niks met hem gebeurt zolang iemand van het tehuis bij hem is. Dat er alleen maar mensen zijn die om hem geven en voor hem zorgen. Dat niemand hem pijn zal doen. Even later speelt hij met de andere kinderen in de branding. Zijn wonden worden elke avond verzorgd in het tehuis. Ik slaap slecht die nacht. 

Ondertussen lees ik in de krant hoe de politie een aantal verdachten heeft opgepakt. De agent poseert trots voor de camera met de verdachte, die gewoon volledig herkenbaar op de foto staat. Links onderin een foto van een agent die poseert met het bewijsmateriaal. Een vuurwapen. Met de pers en met privacy wordt dus ook wat anders omgegaan.
Een toeriste is beroofd van haar camera en ik ga met haar mee naar het politiebureau om te vertalen. Niemand spreekt hier Engels en een tolkentelefoon bestaat hier niet. Hebben ze ook niet nodig. De politie weigert namelijk simpelweg om de aangifte op te nemen. Geen zin vandaag.
Er waren niet genoeg vrouwen bij de politie hier in het noorden van Perú. En dus zijn er heel veel vrouwen aangenomen bij de verkeerspolitie. En nu staan ze het verkeer te regelen langs het strand op een eenrichtingsweg, onbewapend… Om de doorstroom te bevorderen, zo zou het wel bedoeld zijn… Wat mij betreft staan ze er echt voor aap en bovendien als schietschijf in de grote stad. 
Er zijn heel veel politiecontroles. Taxi’s worden nooit gecontroleerd. Terwijl juist de taxichauffeurs gevaarlijk zijn. Er vinden heel veel berovingen in taxi’s plaats. Taxi’s zijn vaak in handen van bendes. Maar ach, met de juiste connecties bij de politie…

Op elke verjaardag in Nederland hoor ik weer hetzelfde gezeur over “onterechte” bekeuringen die iemand gehad heeft als ik vertel waar ik werk. En als forensisch onderzoeker mag ik niet eens bekeuringen schrijven. Ik krijg ze wel als ik te hard rijd, ook als ik onder diensttijd te hard rijd. Als ik iets verkeerd doe, dan word ik daarvoor bestraft. Zo is ons rechtssysteem in Nederland...
Wanneer beseffen mensen in Nederland toch eens dat ze in een land wonen waar we als politie gewoon doen waarvoor we aangenomen zijn? Dat we in een veilig land wonen en dat als er iets gebeurt wij als politie er zijn om de waarheid boven tafel te krijgen? Dat wij ons niet om laten kopen. Dat we bereikbaar zijn voor de mensen die ons nodig hebben, dag en nacht. Dat we soms belachelijk veel uren maken om de juiste verdachte voor de rechter te brengen. Hoe we verschillende gespecialiseerde afdelingen hebben. 
Ik ben er trots op dat ik voor de Nederlandse politie mag werken en ik ben er trots op hoe wij als Nederlandse politie ons werk doen. En wat hoop ik dat de Peruanen ook ooit zo’n politie krijgen. 






6 opmerkingen:

  1. Mooi stukje Henrieke. Hopelijk dringt het eens door tot de verwende Nederlanders, de ministers Van der Steur en Dijsselbloem nadrukkelijk inbegrepen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Weer een raak stuk Henrieke. Ik hoop dat heel veel Nederlanders dit lezen en dat de roeptoeters eerst eens nadenken voordat ze als een schaap al die andere schapen volgen met hun geblaat.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een ontroerend verhaal. Terecht dat je trots bent op jouw organisatie!!!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat een ontroerend verhaal. Terecht dat je trots bent op jouw organisatie!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Mooii weergegeven trieste onmenselijke ervaring Henrieke. Bedankt voor het delen

    BeantwoordenVerwijderen
  6. En ik ben trots en blij met onze politie. En er zijn er gelukkig meer die blij met jullie zijn. Het zijn alleen de negatieve verhalen die blijven hangen jammer genoeg.

    BeantwoordenVerwijderen