Copyright H.E. Schoonekamp. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

woensdag 1 juli 2015

Kabelknagers. Contact 2015-24.

Deze column is gepubliceerd in de Contact

Ik heb mij eens laten vertellen dat steenmarters de kabels van sommige merken auto’s doorknagen omdat er vismeel in die kabels is verwerkt. En steenmarters houden van vis. Ik heb geen verstand van kabels produceren, maar ik snap niet dat daar vismeel voor nodig is. 
Inmiddels heb ik ontdekt dat niet alleen in autokabels rare bestanddelen verwerkt zijn. In veel kabels van huishoudelijke apparaten zijn volgens mij wortelen verwerkt…

Ik ben opgegroeid met konijnen in huis en heb ze zelf ook. De beestjes lopen lekker los in huis en zijn zindelijk. Af en toe moet ik een flinke discussie met ze voeren van wie de bank is, maar verder leven we gezellig en probleemloos samen. Een klein nadeel van harige beesten in huis is dat er nog wel eens wat haren verloren worden. Maar gelukkig zijn daar stofzuigers voor uitgevonden. Dus dagelijks ga ik flink met de stofzuiger door het huis om de haren te verwijderen. Kleine moeite. Tot ik aan het stofzuigen ben en de stofzuiger er ineens mee ophoudt. Chagrijnig druk ik met mijn voet op de aan-en uitknop. Geen resultaat. De stofzuiger doet niks meer. In gedachten zoek ik al naar het garantiebewijs, want zo oud is de stofzuiger nog niet. Tot mijn ogen van de stofzuiger naar de uitgerolde stroomkabel gaan. En ik het grootste konijn met een tevreden blik in zijn ogen naast de kabel zie zitten. Tevreden, alsof hij net een heerlijk worteltje heeft weggeknabbeld. De kabel ligt naast konijn in twee delen op de vloer, het ene uiteinde aan de stofzuiger, het andere in het stopcontact. Zuchtend zet ik de stofzuiger aan de kant. Stiekem hoop ik dat konijn een stroomstrootje door zijn konijnenlijf heeft gekregen zodat hij het voor eens en altijd afleert, maar hij heeft nergens last van. 

Een slimme konijnenmeid is op kabels repareren voorbereid, dus met plakband repareer ik de kabel van de stofzuiger. En ga ik verder met stofzuigen. Tot mijn plakbandconstructie uit elkaar valt en ik helemaal geen stroom meer in huis heb. Gelukkig kan ik de schakelaars in de meterkast omzetten en is er weer stroom. En kan ik met beter plakband de kabel van de stofzuiger opnieuw aan elkaar maken.

’s Avonds zit ik op de bank, lekker lui voor de tv. Tot ineens een lamp uitvalt. Ik kijk er met verbazing naar, en zie dan ineens vanuit mijn ooghoek hoe een andere lamp er ook mee ophoudt. Als ik daarnaar kijk zie ik hetzelfde konijn tevreden de kabels opvreten. Alsof het smakelijke worteltjes zijn… Deze kabels zijn niet te repareren. Dus de volgende dag ga ik op pad om nieuwe kabels te kopen om weer licht te hebben in huis. Ik zoek heel Zutphen af naar kabels zonder wortelsmaak. Alle verkopers zeggen mij dat er geen kabels met wortelbestanddelen zijn. Maar ik geloof ze niet. Hoe is het anders mogelijk dat konijnen de meeste kabels niet eens zien en er gewoon overheen stappen, maar dat andere kabels werkelijk konijnenmagneten zijn? 
Als ik thuiskom met de nieuwe kabels zie ik de konijnen kwijlend kijken… 

Beste kabelfabrikanten… Wilt u alstublieft stoppen met wortelen in kabels? Ik heb u door, u kunt het nu wel bekend maken…


donderdag 25 juni 2015

Insecten. Column 2015-25 voor Contact

Na een dag hard werken kom ik thuis. Met gruwelijke trek. Ik open de koelkast, maar die is zo goed als leeg. Dus zit er niks anders op dan boodschappen doen. En boodschappen doen met trek is niet handig, dat weet iedereen. Dan zijn de koekjes, chips en chocola interessanter dan het brood, groente en fruit.

Dus zo struin ik door de Albert Heijn XL aan de Polsbroek, zoekend naar gezond eten dat snel klaar te maken is. Meer dan genoeg keus en dat is tevens het probleem; ik kan niet kiezen. Maar ondertussen knort mijn maag. Tot ik ineens voor een schap sta met zogenaamde superfoods. Zaden en bessen die heel erg gezond zouden zijn. En daartussen zie ik wat plastic bakjes met daarin gevriesdroogde krekels, meelwormen en sprinkhanen. 

Bah! Mijn maag houdt accuut op met knorren en ik heb nergens meer zin in. Maar mijn nieuwsgierigheid is wel gewekt, dus met angst en beven pak ik een pakje met sprinkhanen uit het schap. Een bakje dat bijna 10 euro kost. In het bakje zie ik beestjes met pootjes en oogjes. In het bakje van de meelwormen zie ik dode beestjes die lijken op de engerds die in de zomer wel eens in mijn groene container rondkruipen. Ik snap werkelijk niet hoe iemand dat kan eten, ik word er misselijk van. Dus ik zet mijn lege mandje bij de kassa neer en loop de winkel uit. Zonder boodschappen, maar mijn trek is allang verdwenen.

Eenmaal thuis kan ik de insecten voor menselijke consumptie niet vergeten en ik ga zoeken op internet. Ik kom uit bij het bedrijf waar de insecten vandaan komen en lees op hun site dat er ooit een voedseltekort zal komen en dat we daarom insecten moeten gaan eten, want insecten eten is gezond en insecten zitten vol met eiwitten. Als ik eiwitten wil, dan eet ik wel een ei. En als er ooit voedseltekorten komen en ik gedwongen word insecten te eten om in leven te blijven, dan hoop ik ook dat mijn salaris het tienvoudige is. Want bijna 10 euro betalen voor een klein bakje insecten, dat is niet te doen. En zo blijft het voor mij een rare modegrill. 

Het raarste wat ik ooit gegeten heb, is een naaktslak. Maar toen was ik een peuter en ik kan het me gelukkig niet herinneren. Mijn moeder herinnert het zich wel, en elke verjaardag vertelt ze het verhaal in geuren en kleuren. (Daar kan je nu mee ophouden mama, heel Zutphen weet het nu…)
Wat ik me wel afvraag is waar die beestjes vandaan komen. Gefokt, gekweekt, hoe noem je dat bij insecten? Dus ik mail het bedrijf en krijg als antwoord dat de beestjes gewoon uit Nederland komen. Dus ergens in Nederland staat een bedrijf dat insecten grootbrengt en ze dan vakkundig omlegt in een vriezer om ze vervolgens in bakjes te proppen zodat wij ze kunnen eten. Wat een raar land is dit toch af en toe. 

Ik ken gelukkig niemand die insecten eet. Maar mocht u ze eten, kom gerust bij me langs in de zomer als de maden uit de groene container kruipen. U mag ze gratis afhalen. Wel zelf even een bakje meenemen…

zaterdag 6 juni 2015

Burgernet. Column 2015-22 voor Contact


Deze column is geplaatst in de Contact.

Een beetje met verbazing las ik het nieuws dat een flink deel van de inwoners in Zutphen zich geregeld onveilig voelt. Maar liefst twintig procent. Dat is één op de vijf inwoners van onze mooie gemeente. Ik vind dat een schrikbarend hoog cijfer. Zijn ons oude Hanzestadje Zutphen en het mooie Warnsveld dan zo gevaarlijk? Ik voel me eigenlijk nooit onveilig hier in Zutphen. Niet dat ik zo dapper ben, integendeel. Hard (weg)lopen kan ik ook niet. Ik heb er over nagedacht op welke plaatsen in Zutphen ik me minder veilig voel. In het donker in de Drogenapssteeg onder de Drogenapstoren door. Heel donker en veel hoekjes. Geen prettig stukje alleen in het donker. Dus loop ik er omheen. Niet dat ik wil dat het er verlicht wordt, zeker niet. Het is echt een gevoel en op niks gebaseerd. Misschien draagt de aanwezigheid van de donkere Droge Nap ook wel bij aan dat gevoel. Op plaatsen waar veel groepjes zijn, zoals op de Polsbroek of bij het station voel ik me weleens minder prettig. Maar zeker niet onveilig. In mijn huis heb ik eens ongewenst bezoek gehad. Dat iemand ongevraagd in huis loopt is niet fijn. Vorig jaar zijn er twee fietsen van me gestolen in Zutphen. Er gebeuren zeker wel verkeerde dingen in Zutphen, maar me onveilig voelen… Nee.
Vandaag, dinsdag 2 juni kwam ik thuis en zag ik dat er een envelop half in de brievenbus stak. Daar houd ik niet van, post moet gewoon helemaal naar binnen. Zo wordt de post nat en bovendien ziet elke potentiële inbreker dat er niemand thuis is. Ik zag bij heel veel woningen een zelfde brief uit de brievenbus steken. Eenmaal binnen zag ik dat deze van de gemeente Zutphen en de Politie was. In de brief werd mij als inwoner gevraagd om mee te doen met Burgernet. Met Burgernet kan de politie een bericht sturen naar inwoners als er iets in de buurt is gebeurd. Bijvoorbeeld een signalement van een inbreker die in een buurt gezien is of de gegevens van een kindje dat wordt vermist. Door de gegevens zo snel mogelijk via een gesproken of tekstbericht te verspreiden is de kans vele malen groter dat iemand gezien wordt dan dat een paar politiemensen gaan zoeken. Immers, duizend ogen zien meer dan acht ogen… Als die persoon gezien is, dan kan gewoon de politie gebeld worden waarna zij de persoon kunnen aanhouden of het kind kunnen terugvinden. De politie in Zutphen is prima opgeleid en geoefend om boeven te vangen, dus dat gedeelte kunnen we aan hen overlaten. Met Burgernet kunnen we ze wel heel goed helpen. En daarmee kan de veiligheid in Zutphen flink vergroot worden. Want hoe eerder die inbreker vast zit, hoe minder ellende hij aanricht… 
De brief was aan mij niet besteed. Ik doe namelijk al een tijd mee met Burgernet. Ik hoop dat heel Zutphen het antwoordformulier invult en mee gaat doen. Zodat iedereen zich veiliger gaat voelen. En zodat de gemeente Zutphen ook echt veiliger wordt. Want zeg nou zelf, we wonen hier toch veel te mooi en te leuk om weleens bang op straat te zijn? En achterom kijken zouden we alleen moeten doen om nog even naar één van de vele mooie plekjes te kijken. 

Brug. Column 2015-21 voor Contact

Deze column is geplaatst in de Contact


Een nieuwe hype op Facebook. Mensen maken de meest rare openbare evenementen aan en anderen gaan daar massaal naartoe. Zo ben ik uitgenodigd om deel te nemen aan het evenement “linkshandig diepzee knikkeren” waar al 40.000 mensen naar toe zeggen te gaan. Een ander evenement is de “Nationale bananensmijtdag” in Wormerveer. Op dit evenement is tevens een ruilhoekje voor bananen waar je niks mee doet… Natuurlijk zijn dit evenementen die nooit zullen plaatsvinden, maar gewoon voor de grap zijn aangemaakt. Daarentegen zijn er ook echte evenementen waar Facebookleden massaal naar toe willen komen. Zoals de “Sloveense panfluitsessie”. Een echt evenement, maar niet berekend op het aantal van 44000 bezoekers dat zich heeft aangemeld. Bovendien staan nu allerlei grappige opmerkingen bij dat evenement. Mensen die echt geïnteresseerd zijn in panfluitmuziek komen er al niet meer tussendoor.

Ik dacht dat de gemeente Zutphen ook een grappig evenement bedacht had. Al kon ik het evenement niet vinden op Facebook. Het bericht dat er een brug over de Vispoortgracht zou komen klonk toch echt als een raar evenement. En dat bericht was veel te laat voor een 1 april grap. Waarom zou iemand een brug willen over de Vispoortgracht? Een journalist in de Stentor had het mooi berekend wat de twee potentiële bruggen zouden kosten en wat dat aan minder meters lopen zou zijn om het centrum van Zutphen te bereiken. Zonder tekort te willen doen aan het verhaal was de samenvatting wel dat het kapitalen zou kosten en een paar meter zou schelen naar het centrum. Ik heb het proberen uit te leggen aan de ganzenfamilies die er momenteel wonen, maar die keken me alleen schaapachtig aan en bliezen wat. Ik vind een brug over de Vispoortgracht raar. Via de Tadamastraat en Tadamasingel is men vanaf de parkeerplaats aan de Houtwal met 5 minuten in de Pelikaanstraat of bij Droge Nap. En vanaf de Houtwal kan men zo de Lange Hofstraat inlopen. Ik heb er nog nooit iemand over horen klagen. Wel over het betaald parkeren dat alleen maar met pinpassen kan. Ik heb nu al een paar keer voor toeristen het parkeren betaald omdat ze alleen maar contact geld bij zich hadden. Ik kreeg het geld altijd keurig terug. 

In strenge winters -en ja ik weet dat die nog zeldzaam zijn in Nederland- is de Vispoortgracht een prachtige ijsbaan. Als kind heb ik er leren schaatsen. De laatste strenge winter dat er geschaatst werd stond er zelfs iemand met een koek en zopie tent op het ijs, keurig met vergunning van de gemeente, en werd er flink geschaatst. Die schaatsers zouden straks dus met hun hoofd tegen een brug aanrijden…. 

Ik ga er dus maar vanuit dat de gemeente Zutphen een mislukt grappig evenement op Facebook heeft willen plaatsen. Maar dan nog ga ik er niet naar toe… 

dinsdag 26 mei 2015

Fiatje. Column 2015-20 voor Contact

Deze column is geplaatst in de Contact. 


"Goedemorgen lieverd, ga je met me mee?" Ik sta 's ochtends vroeg op de parkeerplaats en weet dat ik geen antwoord op mijn vraag ga krijgen. Toch klets ik gewoon door: "Het is koud hè, laten we maar snel gaan rijden, dan krijgen we het vanzelf wel warm.” Ook nu weet ik dat ik geen antwoord krijg. Ik klop even met mijn hand op het dak van mijn auto, open met de sleutel het portier en stap in. Ik steek de sleutel in het contact, trap de koppeling in en draai de sleutel om. Ik hoor de motor even pruttelen en trap dan het gas in en rijd weg. “Goed zo schat, ben weer trots op je” zeg ik als ik de straat uitrijd. Het enige antwoord dat ik nu krijg is een tevreden ronkende motor. De rest van de reis naar het werk zeg ik niks meer, tot ik er ben en parkeer. Als ik uitstap en het portier op slot draai ben ik blij dat ik er ben. Blij dat mijn oude, maar o zo geliefde autootje me weer heeft gebracht waar ik moet zijn. En af en toe praat ik dus tegen mijn auto, mijn oude Italiaantje. 
“Koop toch eens een fatsoenlijke Italiaan, een Alfa dus” zegt een collega vaak tegen me. Ik peins er niet over, ik blijf trouw aan mijn oude geliefde Fiatje. En ik zeg hem dan dat hij met de verkeerde Italiaan op pad is… Dat hij af en toe wel gelijk heeft, dat ga ik hem niet vertellen. Nooit. Want mijn Fiatje laat me best wel eens in de steek. En dan kan ik lief kletsen, maar dan doet ze echt niet wat ik wil. Ze inderdaad, mijn auto is namelijk een meisje. Hoe ik dat weet? Mannetjesauto’s hebben een trekhaak… Mijn Fiatje niet, dus is het een meisje. Logisch. 
Maar omdat ze me wel eens in de steek laat, heb ik inmiddels wel een beetje verstand van auto´s. Ik weet hoe ik olie moet peilen, banden moet oppompen, moet starten met startkabels en koelvloeistof moet bijvullen. En ik kan heel goed uitleggen aan de man die m’n Fiatje (te) vaak repareert wat het nieuwe probleem is… En daarmee is deze man mijn held en vaak de Fiatjesredder in nood. 
Afgelopen week rook ik weer eens een rare geur in de auto. Zolang ik geen zwarte rook zie en er lampjes gaan branden rijd ik stug door, al pratend tegen Fiatje dat ze het moet redden tot aan huis. Dat deed ze braaf. Ik parkeerde, liet haar een paar uur afkoelen (het is en blijft nou eenmaal een heetgebakerde Italiaanse) en ik opende toen de motorkap. Ik had een jurkje aan en stond op hakken de olie en de koelvloeistof bij te vullen. Een ouder echtpaar liep langs. En toen hoorde ik de vrouw zeggen: “Dat vind ik nou zo stoer! Dat een vrouw gewoon zelf zo met haar auto bezig is!” Ik moest er wel om lachen. Ik zorg goed voor mijn Fiatje, al is het vaak bittere noodzaak…
Volgend jaar wordt ze 18. Meerderjarig dus. Ik hoop dat ze dan over de pubertijd heen is en geen kuren meer vertoond, maar dat we samen nog heel lang op pad kunnen en Alfa´s met een trekhaak voorbij kunnen scheuren. Girlpower!

zondag 17 mei 2015

Moordenaar. Column 2015-19 voor Contact.

Deze column is gepubliceerd in de Contact.

Ik moet wat bekennen. Ik kan wel altijd schrijven over leuke, lieve en mooie dingen, maar zo ben ik natuurlijk niet altijd. Ik schrijf ook wel over wijntjes drinken, maar mijn donkere kant die ik nu maar eens op moet biechten doe ik niet onder invloed van wijntjes. Eigenlijk doe ik het altijd. En nog onbewust ook, wat het eigenlijk nog erger maakt.
Ik ben verantwoordelijk voor meerdere moorden. Nou ja, omdat ik het niet bewust doe is het meer doodslag dan moord. Maar toch. Alle doden waar ik verantwoordelijk voor ben vallen bij mij in huis, doorgaans in de woonkamer. U hoeft nu niet meteen politie Zutphen te bellen. De gesneuvelden hier in huis zijn namelijk de planten. En daarvoor zal ik niet aangehouden worden. Ik heb gewoon geen groene vingers, ik dood ze dus niet voor mijn lol. Ik doe mijn uiterste best om de plantjes goed te verzorgen, maar het lukt me niet om ze levend te houden. Vorige week had ik nog vier levende plantjes over. De rest was inmiddels oneervol begraven in de groene container. Tot een collega langskwam en subtiel naar een palm in de vensterbank wees en zei: “Volgens mij is die palm stervende…” Een week later kon ook die palm de container in, ondanks verschillende levensreddende pogingen. Tot overmaat van ramp vond konijn een manier om via de bank de vensterbank te bereiken, alwaar een plantje gruwelijk aan zijn einde kwam in de bek van konijn. En toen waren er nog maar twee over. Ik vond het maar kaal in huis. En dus zat er niks anders op dan naar de winkel te gaan en nieuwe planten te kopen. Dat Oxalis failliet ging heeft zeker niet aan mij gelegen…
In de winkel kijk ik naar de planten en voel me een moordenaar op zoek naar het volgende slachtoffer. Ik zie een palm die ik simpelweg te mooi vind om mee naar huis te nemen, bang dat ik ook deze weer snel een enkeltje palmenhemel geef. Ik zoek verder naar planten. Planten die ik mogelijk wel in leven kan houden en planten waar konijn zijn tanden niet in wil zetten. Plastic planten dan maar? Ik kijk er even naar, maar ik vind het niks. Als ik in een restaurant zit en er staat een plastic plantje op tafel wantrouw ik meteen het eten. Plastic is nep en dat wil ik niet. Maar plastic gaat ook niet dood… Toch loop ik terug naar de echte planten. Als ik een paar mooie exemplaren gevonden heb en ze in een mandje heb gezet fluister ik alvast mijn excuses tegen de planten en ik zeg tegen ze dat ik mijn uiterste best ga doen om ze heel oud en groot te laten worden. Als de verkoopster me raar aan staat te kijken reken ik snel af en ga direct naar huis toe waar ik de planten in potten zet en een mooi plekje geef. Het gaat nu al 10 dagen goed, in de groene container nog geen kamerplant… Maar voor hoelang? Ik vrees dat ook dit keer mijn ware aard als plantenmoordenaar aan het licht zal komen… 

Vrijheid. Column 2015-18 voor Contact.

Deze column is geplaatst in de Contact.

Vrijheid. Voor mij betekent vrijheid dat ik kan gaan en staan waar ik wil met wie ik dat wil. Dat ik mag zeggen en schrijven wat ik denk. Dat het niet nodig is om bang te zijn, maar onbezorgd op straat kan lopen. Dat die vrijheid niet altijd vanzelfsprekend is geweest hier in Nederland, daar ben ik me zeker van bewust. Niet iedereen die in Zutphen woont heeft altijd in vrijheid kunnen leven. Oudere mensen die de tweede wereldoorlog hier hebben meegemaakt, maar ook jonge mensen die opgegroeid zijn in andere landen waar vrijheid niet normaal is en die hun land en geliefden hebben moeten ontvluchten om hier een nieuw leven op te bouwen, vaak tegen wil en dank. De vrijheid hier is ook niet zomaar gekomen. De vrijheid hier heeft vele mensenlevens gekost. En daarom was ik op 4 mei om 20:00 uur twee minuten stil en in gedachten bij hen die hun levens waagden om voor de vrijheid te vechten. Ik was aan het werk, en kon daarom niet bij het Gideon Monument in Zutphen zijn. Jammer, want ik had graag de Canadezen de hand willen schudden die zo lang geleden Zutphen hebben bevrijd. Ik kwam laat thuis en zag de indrukwekkende foto’s op internet. Een Canadese veteraan in een rolstoel die het lukt om toch op te staan en zo zijn dienstmaten te eren. Kippenvel achter de laptop. Het moet indrukwekkend zijn geweest om daar bij te zijn.
Op 5 mei de vrijheid vieren. Want vrijheid is zeker een feestje waard. Ik had heel veel zin om naar het Lokale Helden 5 mei Festival te gaan. Maar helaas, ook deze 5 mei mocht ik aan het werk. Als ik rond 14:00 uur in mijn autootje Zutphen uit rijdt barst net het noodweer los. Ik zie de tenten staan op het ´s Gravenhof en kan alleen maar hopen dat ze blijven staan en dat er een flink feest gevierd kan worden. Waar ik helaas ook niet bij kan zijn is de Liberation Parade. En ook nu kijk ik na het werk thuis op de laptop naar de indrukwekkende foto’s ervan op internet. Wat een mooie parade en wat is het goed geregeld door de organisatie. Echt jammer dat ik moest werken. Hoewel vrijheid voor mij ook betekent dat ik werk kan doen wat ik zelf wil, zonder dwang. En vrijheid was deze dagen dus niet vrij zijn. Maar leven in vrijheid, dat vier ik elke dag wel klein. 

Koningsdag 2015. Column 2015-17 voor Contact.


Deze column is geplaatst in de Contact.

Maandag 27 april. De eerste echte Koningsdag die ook echt op de verjaardag van onze Koning wordt gevierd. En hoewel er prachtige feesten in het hele land zijn en de koning en zijn gezin in Dordrecht te aanschouwen zijn, blijf ik gewoon in Zutphen. In Zutphen is immers genoeg te doen.
’s Ochtends sta ik voor de kledingkast om een oranje shirt uit te zoeken. Oranje is niet mijn favoriete kleur, maar voor Koningsdag en voetbalwedstrijden van het Nederlands elftal heb ik een oranje shirt. Die dagen pas ik mij aan en draag ik oranje in plaats van het mij zo geliefde roze.
Bij het ontbijt drink ik uiteraard oranje sinaasappelsap. Ik krijg op mijn telefoon een berichtje met een foto van een goede vriend die trots laat zien hoe hij er met een oranje pruik en oranje stropdas uitziet. Ik moet er om lachen en wens hem een fijne Koningsdag. Ik zet de televisie aan om te kijken hoe het onze koning in Dordrecht vergaat. Ik zie dat Máxima wel gewoon in het roze gekleed is. Als Máxima het mag, dan mag ik het ook besluit ik en daarom loop ik naar boven en verruil direct het oranje shirt voor een roze. Het oranje shirt kan terug de kast in tot volgend jaar EK voetbal. Tenzij het Nederlands elftal in het roze gaat spelen…
Ik loop het centrum in, in de richting van de Nieuwstad waar de kleedjesmarkt is. Niet dat ik wat nodig heb, maar gewoon een beetje rondneuzen is leuk. In de Spittaalstraat zie ik één blond meisje met een kleedje wat spulletjes verkopen. Gewoon omdat het meisje er zo dapper alleen zit koop ik bijna wat. 
Er zijn meer dappere mensen. Mensen die uit een vliegtuig springen met een parachute boven Zutphen. Wat moet dat geweldig zijn! Wat een fantastische ervaring om op die manier Zutphen te zien. Een fractie van een seconde bedenk ik me dat ik het ook wil. Maar dan realiseer ik me dat ik het gewoon niet durf. Niet in het roze en niet in het oranje. En dus hoop ik maar op mooie foto’s van dappere springers die ik gewoon vanuit de luie stoel kan bekijken.
In het centrum is het helemaal niet eng en heel gezellig. Er zijn leuke bands en er is een goede sfeer. Helaas moet ik de oranjebitters aan me voorbij laten gaan omdat ik nog moet werken ´s nachts. Maar zonder oranjebitter en met roze kleding is het ook gewoon een echt feestje, deze Koningsdag in Zutphen.

Sushi. Column 2015-16 voor Contact.

Deze column is gepubliceerd in de Contact.

Lang geleden werkte ik samen met twee hele leuke dames. Samenwerken doen we allang niet meer, maar zo’n twee keer per jaar gaan we nog samen uit eten, gezellig bijkletsen en lekker eten met een wijntje erbij. We gaan vaak naar hetzelfde restaurant. Gewoon omdat het er goed is en omdat we er lekker ongedwongen kunnen zitten kletsen.
Voor ons laatste etentje werd het idee geopperd om sushi te gaan eten. Ik was niet enthousiast. Jaren geleden heb ik sushi gegeten en ik vond het niet lekker. Ik eet geen vis en de andere sushi vond ik niet lekker. Ik heb het daarna nog eens geprobeerd en heb toen de conclusie getrokken dat sushi en ik niet samengaan. Maar omdat het al zo lang geleden was en de andere dames zo enthousiast waren heb ik ermee ingestemd. Drie keer is scheepsrecht en we zouden naar een restaurant gaan waar ik nog nooit geweest was.. Bovendien hoor ik om me heen veel enthousiaste sushi verhalen en zie ik op Facebook hoe collega’s fanatiek zelf sushi maken. Dus ik gaf de sushi een nieuwe kans. Bovendien is sushi hip en ik wil niet achterblijven uiteraard…

Eenmaal binnen werd ons duidelijk gemaakt dat we via een iPad moesten bestellen. Ik bekeek de menukaart met wat argwaan. Wel onder het genot van een wijntje uiteraard. Eerst maar beginnen met soep. Soep is geen sushi, lekker veilig dus. Mijn tafelgenoten begonnen ook met soep. Even wachten en kletsen en vast oefenen met de stokjes. Toen de soep op tafel werd gezet (met een lepel gelukkig) nam ik een hapje. Of eigenlijk een slokje. Echt lekker vond ik het niet. Mijn tafelgenoten wel, dus het lag in ieder geval niet aan de kok. Daarna toch maar eens echt sushi besteld. En nog een wijntje. Na even gewacht te hebben werd de sushi geserveerd. En het zag er werkelijk prachtig uit. Kleine kunststukjes, bijna zonde om op te eten. Ik pakte de stokjes en toen werd het echt ingewikkeld. Hoe eet je sushi met stokjes? Mijn tafelgenoten lukte het ook niet, dus lol hadden we wel. De serveerster zag hoe wij aan het worstelen waren met stokjes en sushi en vroeg of ze bestek zou brengen. Maar nee, dat wilden we niet. Andere gasten zagen wij volleerd en met het grootste gemak sushi eten met stokjes, dus dat moest ons ook wel lukken. Het duurde even, maar uiteindelijk lukte het om van de sushi te eten. Echt lekker vond ik het nog steeds niet, hoe mooi het er ook uitzag. Smaken verschillen nou eenmaal… En ik zal dus maar gewoon moeten toegeven dat ik niet hip genoeg ben voor stokjes en sushi. En nu maar hopen dat mijn leuke oud collega’s de volgende keer niet hip met me mee willen doen…

Mobiel. Column 2025-15 voor Contact

Deze column is geplaatst in de Contact.

Ineens, op een zaterdagmiddag zie ik dat mijn telefoon geen contact meer maakt met de provider. Het toestel blijft zoeken. Bellen en smsen is niet meer mogelijk. Via Wifi kan ik nog Whatsapp en Facebook en mijn mail lezen. Ik mopper wat op de provider omdat het netwerk er blijkbaar uit ligt en ik leg mijn telefoon aan de kant. Als ik twee uur later weer op mijn telefoon kijk is er nog steeds geen verbinding met de provider. Ik kijk op internet en zie dat er geen storing bekend is. Daarom zet ik mijn telefoon een paar keer aan en uit, maar het helpt niet. “Zoeken naar netwerk” blijft in het scherm staan. De volgende dag, zondag, is mijn telefoon nog steeds aan het zoeken naar een netwerk. Daarop besluit ik het ding aan de computer te leggen en terug te zetten naar fabrieksinstellingen. Uren later ben ik de helft van mijn contacten en foto’s kwijt (vergeten back-up te maken) en staar ik naar een telefoon in mijn hand die nog steeds niet stopt met zoeken. Lastig en rustig is het dus ineens. Op dinsdag kan ik eindelijk naar de winkel met het toestel. Als ik binnenloop vraagt een aardige medewerker of hij mij kan helpen. Ik vertel hem dat mijn telefoon al een aantal dagen geen contact meer kan maken met de provider. De  verkoper kijkt mij lachend aan en zegt dan: ´En nu kom je ons bedanken voor een paar heerlijk rustige dagen?´Ik schiet in de lach en zeg dat ik er best van genoten heb, maar dat het toch de bedoeling is dat mensen mij zo af en toe kunnen bereiken. De verkoper zegt dat hij mij in dat geval gaat helpen. Ik vertel hem dat ik de telefoon niet in de wc heb laten zwemmen en niet heb laten vallen, maar dat het gewoon ineens over was. Na wat testjes blijkt het aan mijn telefoon te liggen en niet aan de provider. Mijn toestel moet opgestuurd worden. Ik heb geen recht op een leentoestel dus ik zoek mijn hele oude telefoon maar weer eens op, zonder internet. Wel bellen en smsen. De eerste paar dagen was het vooral heel lastig. En toen vond ik het eigenlijk wel heel erg lekker en rustig. Geen mailtjes meer overdag die ik vluchtig en half las, maar ´s avonds na het werk even rustig de mail lezen met een kop thee erbij. 
Over een paar dagen is mijn telefoon weer klaar. En dan ga ik zeker die verkoper bedanken. Bedanken voor de rust, maar toch net iets meer bedanken omdat mijn telefoon weer gemaakt is! 

Pasen. Column 2015-14 voor Contact


Deze column is geplaatst in de Contact.

Ik begon Pasen dit jaar in Eibergen. Ik kon me geen betere plaats in Nederland voorstellen om Pasen te starten dan in Eibergen. IJmuiden was te ver en bovendien zit er geen echte ei in IJmuiden. In Eibergen wel. Ik begon echter niet met een paashaas, wel met een kleine kater. Maar dat kwam omdat het de avond ervoor weer eens iets te gezellig was geworden met de goede vrienden waar ik verbleef. De kater verdween snel na een lekker ontbijtje met een eitje. Bovendien hebben deze vrienden twee honden die ook goed poezen en katers verjagen. Na het ontbijt werd het tijd om naar huis te gaan. Al rijdend door de mooie Achterhoek waar de lammetjes vrolijk in de wei huppelden. De radio hard aan en vals meezingend reed ik rustig door. Het grote voordeel van Pasen boven Kerst is dat er geen paasliedjes zijn. En laten we dat vooral zo houden. Vaak ben ik in de tweede week van december alle kerstliedjes al spuugzat en zap ik net zolang tussen de zenders tot ik een normaal nummer hoor. Nu waren er alleen gewone leuke liedjes op de radio. 
Eenmaal thuis zaten mijn eigen paashazen braaf op mijn komst wachten. Ik hoopte nog even dat ze wat chocolade eieren hadden verstopt in mijn huis, maar helaas. Niks van dat. Nou had ik zelf ook wel de eieren kunnen verstoppen in mijn huis voor ik naar Eibergen vertrok, maar dat is toch een stuk minder leuk. En je mag toch wat terug verwachten van die beesten voor alle goede zorgen. Compleet ongeschikt als paashaas zijn ze dus. 
Wat ik verder van Pasen verwacht is mooi weer. Met zon. En dat was er eerste Paasdag! Niet heel warm, maar warm genoeg om lekker buiten te zijn met vrienden. Wel met een jas aan. Eigenlijk was het te koud om met een jas aan buiten stil te zitten, maar niemand was bereid om dat toe te geven. Stug volhouden. En wat glazen prosecco doen dan ook wonderen.
Tweede Paasdag ging ik naar oma koekjes brengen. Of eigenlijk maar één koek: een enorme gevulde koek in de vorm van een haas. Van de lekkerste bakker van Zutphen. En daarmee bedoel ik niet de bakker zelf, maar wel zijn producten. Gezellig met oma kletsen, binnen. Buiten was het echt veel te koud. 
Maar nu de Pasen voorbij is lijkt het toch echt mooi weer te worden. Al begon ik de dinsdagochtend na Pasen met het krabben van mijn autoruiten. Geen goed begin dus, maar eind deze week is ons 20 graden beloofd. Pasen staat voor een nieuw begin, en laat dat nieuwe begin van de lente nu maar echt komen!

Anton de Ronde. Column 2015-13 voor Contact

Deze column is geplaatst in de Contact.


Ik herken bijna nooit bekende Nederlanders. Er kan een bekende Nederlander tegenover me gaan zitten in de trein, ik zal hem of haar niet herkennen. Ik let er niet op en vaak zien ze er zo anders uit dan op televisie of in de krant dat ze ook nog lastig te herkennen zijn. In de gemeente Zutphen wonen niet veel bekende Nederlanders. Harm Edens zie ik wel eens voorbij lopen in de stad, en die herken ik dan ook wel, hij is vaak genoeg te zien op de televisie. Hij is vast één van de bekendste inwoners hier. Voor mij is er echter een meer bekende Nederlander binnen onze gemeente die ik altijd herken op straat. En dat is Anton de Ronde. Als politiewoordvoerder heeft hij 25 jaar lang de politieberichten verwoord. Op de radio, de televisie en voor de krant. Als er iets ernstigs had plaatsgevonden was hij binnen de kortste keren op het scherm te zien om ons te vertellen wat er was gebeurd. Vroeger met snor, tegenwoordig zonder. Anton gaat wel met z’n tijd mee. Op de achtergrond vaak de plaats van het misdrijf waar de forensische opsporing nog aan het werk was. Of hij stond bij het politiebureau in Zutphen of in Apeldoorn. Ook heb ik hem regelmatig gezien in het programma Opsporing Verzocht. Altijd correct, zonder haperen en stotteren stond hij voor de camera. Serieus ook. Zelden had hij de eer om goed nieuws te mogen brengen op donkere plaatsen-delict. Dat hoort nou eenmaal bij het werken voor de politie, maar hij stond er altijd in een keurig uniform, zonder een spoortje slaap.
Nou heb ik de eer gehad om Anton ook wel eens niet voor de camera te zien. En dan was ook de andere vrolijke kant van hem goed zichtbaar. En hoorbaar. Wie eenmaal de opvallende lach van Anton heeft gehoord vergeet deze niet meer… 
Sinds 30 maart is Anton ermee gestopt. Ik mocht bij zijn afscheid zijn in het politiebureau in Apeldoorn. Aldaar waren vele mensen gekomen om hem de hand te schudden. Er werden mooie woorden gesproken en uiteraard nam hij zelf ook nog het woord, op zijn eigen manier. Een politiewoordvoerder die zonder woorden na veertig jaar zijn werkgever verlaat, dat kan natuurlijk niet. Zijn directe collega’s maakten hem op een ludieke manier duidelijk dat ze hem zullen gaan missen.

Ik zal Anton ook missen. Zijn gezicht en stem zijn mij zo vertrouwd bij grote en minder grote politieberichten. Als ik Anton over een gruwelijk misdrijf zie en hoor vertellen heb ik er alle vertrouwen in dat het opgelost gaat worden. Hij zal ongetwijfeld hele goede opvolgers hebben en ik gun hem echt een goede oude dag (nooit geweten dat hij al zo oud was trouwens). Ik hoop zijn lach nog vaak te horen, ergens in de gemeente Zutphen. 

Gewoon Zutphen. Column 2015-12 voor Contact

Deze column is gepubliceerd in de Contact.


Zutphen is leuk, maar relatief klein en rustig. Zo af en toe heb ik het nodig om in de grote, drukke stad te lopen en te genieten van alles wat een echt grote stad te bieden heeft.
Ik was al een tijdje niet in Amsterdam geweest, dus het werd de hoogste tijd om weer te gaan. Ik houd van onze hoofdstad Amsterdam. De drukte, de gebouwen, de grote stad, de trams, de kanalen, de herrie. Maar bovenal vind ik het geweldig om tussen zoveel verschillende nationaliteiten te lopen. Zodra ik het Centraal Station uitloop hoor ik om me heen Spaans, Japans, Italiaans, Engels, Duits en Chinees. En vast nog meer talen, maar geen idee waar die mensen vandaan komen. In Zutphen hoor ik geregeld Duits en heel af en toe Engels, maar zoveel internationaal bezoek is er helaas niet. Ik slenter graag door de drukte, plof neer op een terrasje om maar gewoon om me heen te kijken en winkel in bijzondere winkels. Vanuit Zutphen kan ik snel in de grote stad zijn. Een uurtje in de auto of anderhalf uur met de trein. Ervan uitgaand dat de trein rijdt volgens plan.
Af en toe heb ik ook wel eens helemaal geen behoefte aan stad en drukte. Dan vind ik Zutphen al te druk en te groot. Dan ga ik graag wandelen in de de bossen of op de heide. Fietsen en wandelen. Rust, ruimte en natuur, ver weg van het stadse leven. Zutphen is helemaal niet zo druk, maar af en toe eruit, dat heb ik ook nodig. Als ik langer de tijd heb dan ga ik graag naar Friesland. Water en ruimte. Mijn hoofd leeg maken in de stilte, zonder verkeer, mensen of winkels. En ook dat is een voordeel van Zutphen. Op de fiets ben ik snel uit de stad tussen de weilanden of de bossen. En met de auto is de Veluwe of de Posbank ook heel dichtbij.
Maar de meeste tijd heb ik geen zin in grote steden of alleen zijn in de bossen. Dan vind ik Zutphen de beste plek om te zijn. 
Eigenlijk is Zutphen gewoon de perfecte stad. Druk, maar niet te druk. Groot, maar niet te groot. Rustig, maar niet te rustig. En klein, maar niet te klein. Zutphen is gewoon Zutphen. En vanuit Zutphen ben ik snel in Amsterdam of in het bos. Maar meestal ben ik toch gewoon het gelukkigst in het Zutphen. Gewoon Zutphen. 

maandag 27 april 2015

Brief aan Máxima. Koningsdag 2015

 

                                           Zutphen, 27 april 2015

Beste koningin Máxima, 

Allereerst gefeliciteerd met uw echtgenoot! Al 48 jaar is hij. Nog twee jaar en u mag met Abraham naar bed…

Is het leuk in Dordrecht? De uitspraak “hoe dichterbij Dord hoe rotter het wordt” zal u niet geleerd zijn in uw inburgeringscursus. Toch is dit algemeen bekend in uw koninkrijk, net zoals gras groen is, bloed rood en de lucht blauw. En dat Piet Paulusma altijd ongelijk heeft en daarom is het mooi weer in plaats van de beloofde regen. 
Ik was dan ook nogal verbaasd over uw keuze om naar Dordrecht te gaan. Ze doen wel hun best daar. Leuk bootje, veel mensen achter dranghekken, geinig orkestje. Raar verklede mensen ook. Die agenten zien er wel een stuk lekkerder uit in de nieuwe uniformen. 

U ziet er goed uit, mooie roze jurk. Het zwaaien gaat uw dochters nog niet heel soepel af, dat kunt u beter nog even met ze oefenen. Wel gezellig dat u wat familieleden mee heeft genomen. Gedeelde smart is halve smart. Waarom loopt u toch steeds met die bloemen rond? Is er nou niemand die dat boeketje van u over wil nemen?

Koningsdag nieuwe stijl. Ik had me toch wat anders voorgesteld. Want zegt u nou eens eerlijk… U wilt toch ook veel liever gaan feesten en dansen in een leuk stadscentrum dan met uw achterste op een houten kerkbank zitten en luisteren naar een plaatselijk orkest. Het niet bejaarde gedeelte van uw koninkrijk gaat straks de omzet van de verkochte rotzooi op de kleedjesmarkt verzuipen. Los gaan en gek doen en een paar oranjebitters te veel drinken. Ik zie het aan uw gezicht, in gedachten bent u daar in die kerk bij die onderdanen en doet u met ze mee. Misschien moet u het er thuis nog maar eens over hebben met uw echtgenoot. Volgend jaar Koningsdag nieuwe stijl 2.0. En dan echt feest vieren, zuipen en dansen. 

Ik kan niet echt gaan feesten vandaag en ik kan zeker geen oranjebittertjes drinken. Ik heb verdorie nachtdienst dus ik mag nog aan het werk.
Misschien kunt u Koninginnedag wel weer gaan invoeren. Op 17 mei, uw verjaardag. U bent tenslotte koningin, dus u heeft ook recht op een eigen dag. Een Koninginnedag zonder koninklijke verplichtingen, maar wel met feesten met goede bands en lekkere drankjes en hapjes. En dat u als koningin lekker zelf bepaalt wat u doet en waar u feest viert op Koninginnedag. Ik ben vrij 17 mei, dus ik kan dan zeker met u meefeesten. 

Ik wens u nog even sterkte daar in Dordrecht. Aan alles komt een eind, ook aan deze dag…

Groeten van uw onderdaan, 
Henrieke Schoonekamp
PS: ik ben niet in het oranje gekleed hoor. Ik heb ook roze aan. Roze is nou eenmaal veel mooier, u begrijpt dat tenminste. 

donderdag 19 maart 2015

Verliefd. Column 2015-11 voor Contact

Deze column is gepubliceerd in de Contact. Www.contact.nl

Het nadeel van onregelmatig werken is dat ik vaak moet werken op dagen en tijden dat andere mensen vrij zijn. Het voordeel van onregelmatig werken is dat ik weleens vrij ben op dagen dat andere mensen moeten werken. En zo had ik op dinsdag een vrije dag. En dinsdag was een hele mooie vrije dag, heel zonnig en best warm. En terwijl ik lekker buiten liep in het zonnetje en best medelijden had met iedereen die ik hard zag werken genoot ik er dubbel van. Wat een lekker voorjaarszonnetje! Ik werd op slag verliefd. Geen idee waarop, maar gewoon omdat het voorjaar was had ik de kriebels in mijn buik. Verliefd heb ik staan kijken aan de waterkant bij kleine eendjes. Ik heb op het terras gezeten met een heel lekker bakje koffie en mijn laptop. Want vrij is niet helemaal vrij, ik moet ook nog schrijven. Maar verliefd heb ik op het terras ook naar het zonnetje gestaard dat zo haar best deed om deze dinsdag tot een mooie zonnige dinsdag te maken. 
Ik had zin om te fietsen. Ik houd van fietsen. Buiten zie ik veel mensen hardlopen, maar dat kan ik niet. Ik struikel over mijn eigen voeten en na 200 meter ben ik er klaar mee. Met fietsen heb ik dat niet, gewoon voor de lol rijd ik zomaar 40 kilometer. Zonder doel, gewoon de wind in mijn haren, genieten van de omgeving en hard op de pedalen trappen. Verliefd heb ik een hele tijd staan kijken bij kleine springende lammetjes in de weide. Met een grote glimlach. Niks leuker dan die springende beestjes in de weide. Nou weet ik wel dat veel mensen bij lammetjes meteen denken aan shoarma en lamsboutjes in rode wijnsaus. Ik niet. Ik kan me niet voorstellen dat iemand zo’n jong huppelend beestje in de pan wil proppen. Behalve lammetjes kwam ik ook veulens tegen en kalfjes. En sta ik normaal niet snel stil om naar een koe te kijken, voor kalfjes stap ik graag van de fiets om verliefd te kijken hoe ze door de weides lopen. Echt ver kwam ik dus niet met de fiets op deze zonnige dinsdag. Dus ik besloot terug te gaan naar Zutphen, maar wel via mijn favoriete plek. De Nieuwe IJsselbrug. En daar bovenop de brug heb ik weer een tijd stil gestaan. Verliefd heb ik naar Zutphen gekeken en ook naar het snel stromende water van de IJssel. Wat heb ik een geluk dat ik op deze mooie dag vrij was. En ineens wist ik ook waarop ik nou zo verliefd was. Gewoon verliefd op het leven. En voor iedereen die komend weekend wel vrij is hoop ik dat het net zo mooi weer is!

woensdag 18 maart 2015

Brief aan Máxima. K3

Zutphen, 18 maart 2015

Beste Koningin Máxima, 

U heeft het vast ook gehoord, K3 is uit elkaar! Ik moet bekennen dat ik best een beetje van slag ben door dit nieuws. Geen K3 meer…

Nou is het niet zo dat ik dagelijks een CD van K3 luisterde. Ook niet wekelijks, zelfs niet jaarlijks. Ik keek op televisie niet naar hun shows en had ook geen petjes of t-shirtjes van K3. Toch vind ik het lastig te accepteren dat K3 er niet meer is. K3 is gewoon het leukste wat onze zuiderburen hebben voortgebracht en waar toch een hele generatie mee groot geworden is. 

Ik heb mijn destijds kleine nichtje Josja eens meegenomen naar een concert van K3. Ik heb een kind nog nooit zo gelukkig gezien toen ze de kaartjes zag en begreep dat ze haar drie idolen in het echt ging zien. K3 was toen nog echt met 3 K´s en niet met een Hollandse J erbij. Het concert was fantastisch en ik had diep respect voor die drie meiden die razendsnel kleurige jurkjes wisselden, leuke dansjes deden en vrolijke liedjes zongen die ik niet meer uit mijn hoofd kreeg.

Met vriendinnen heb ik eens op een avond met teveel drank het hele dansje van het liedje Oya Lélé geleerd. We voelden ons toen echt beter en leuker dan K3. Tot de K de volgende ochtend de K van kater was geworden… 

Uw dochters kennen ongetwijfeld alle liedjes van K3. En u dus ook. Alle kinderen dansen voor de televisie de dansjes en zingen de liedjes mee. Tot de ouders de K van K3 willen veranderen in het woord kill. Veel ouders gebruiken K3 ook om hun kinderen een half uurtje zoet te houden voor de televisie zodat ze even tijd hebben voor elkaar in de slaapkamer. Waar die K dan voor staat durf ik niet op te schrijven, maar u weet wel wat ik bedoel.

Ik heb gelezen dat er opvolgers komen. Is dat niks voor uw drie dochters? Dan wordt K3 ook weer echt K3 in plaats van 2K1J. De K van koninklijk. Hun eerste letters zou ik niet gebruiken, A3 geeft toch andere associaties. En de P van prinsessen wordt P3. Dan denk ik aan een parkeerplaats op Schiphol. Als uw dochters K3 overnemen dan hebben we dat ook weer gewonnen van de Belgen. Dat er één Hollands meisje naar binnen is gedrongen was leuk, maar het wordt wel tijd om die Belgen te laten zien dat we toch echt beter en leuker zijn. En drie prinsessen op een podium, dat moet beter verkopen dan een paar gewone meiden. Ik raad u dan wel aan om een geluidsstudio te laten bouwen op uw landgoed, anders hoort u die liedjes echt de hele dag. 

Ondertussen blijf ik maar zingen “Oya lélé, ik voel me plots weer zo oya lélé, ik doe het nog één keer zo oya lélé…” Geen idee wat oya lélé betekent, maar ik heb het vermoeden dat vooral de ouders zich oya lélé voelen als de kinderen voor de buis zitten en de ouders in de slaapkamer zijn.
Ik wacht nog wel even op mijn Tele-Romeo…

Hartelijke groeten van uw onderdaan, 
Henrieke Schoonekamp


PS: ik moet rennen naar het stembureau om nog op tijd te zijn. Het nieuws dat K3 uit elkaar is overstemt echt deze stemdag… 

woensdag 11 maart 2015

De eerste zonnestralen. Column 2015-10 voor Contact.

Deze column is gepubliceerd in de Contact.

Het werd al een paar dagen beloofd: mooi weer in het weekend. En kijk ik altijd wel uit naar een vrij weekend, afgelopen week keek ik heel erg uit naar het vrije weekend, mét mooi weer! Als ik op zaterdagochtend wakker word met de lente in mijn hoofd kom ik er eenmaal buiten toch snel achter dat het niet zonnig is en de temperatuur alles behalve aangenaam is. Als ik in het centrum ben besluit ik om ergens een goede espresso te gaan drinken. Van espresso word ik wel warm. Even later is het zonnetje toch doorgekomen. In het centrum van Zutphen doe ik mijn inkopen. En op straat loop ik met mijn neus in de lucht om maar zoveel mogelijk zonnestralen op te kunnen vangen. Ik moet nog wat aankopen doen als ik mijn telefoon hoor piepen. Ik pak de telefoon uit mijn broekzak en zie een berichtje van een goede vriend die ik al te lang niet heb gezien. Hij schrijft dat hij in het centrum is en vraagt of ik zin heb om op het terras wat te gaan drinken. Dat heb ik zeker en ik schrijf hem terug dat ik al in het centrum ben. De rest van de inkopen kan ik later ook nog wel doen. We ontmoeten elkaar en gaan dan op zoek naar een terras. En dan blijkt dat half Zutphen en Warnsveld hetzelfde idee had. Het valt dus niet mee om een vrij tafeltje in de zon te vinden. Nou valt dat sowieso al niet mee in Zutphen, de meeste terrassen staan immers in de eeuwige schaduw van de ouwe gebouwen. Maar uit de wind is het ook in de schaduw heerlijk op het terras. We bestellen een goede bak koffie en omdat het zo gezellig is en we zo lekker zitten bestellen we al snel de tweede. En genietend van de warmte op het terras valt het ons op hoe vrolijk iedereen over de markt loopt. Dat moet door het mooie weer komen! We bestellen nog een drankje en nemen er een broodje bij. Wat heerlijk om zo uren op het terras te kunnen zitten! Helaas komt er toch een moment waarop we moeten gaan en ik loop het centrum in om de laatste aankopen te gaan doen. En dan zie ik dat de winkels al dicht zijn. Het is vijf uur geweest, de tijd vliegt op het terras…
Een paar dagen later lees ik dat de winkels in de Zutphense binnenstad vanaf 1 april 2015 tot 18:00 uur open blijven op zaterdag. Is het een 1 aprilgrap? Of komen de winkeliers de mensen die in de eerste zonnestraaltjes te lang op het terras zitten tegemoet? De rest van het jaar ben ik echt wel voor 17:00 uur in de winkels. Ik ga er dan ook vanuit dat het een 1 aprilgrap is dat de winkels zo lang open blijven. Want de winkeliers zelf, die moeten toch ook de kans hebben om op zaterdag nog even in de zon op het terras te zitten? 

woensdag 4 maart 2015

Zutphenees of Zutphenaar? Column 2015-8 voor Contact.

Deze column is gepubliceerd in de Contact. Www.contact.nl.

Dat ik geregeld even op Facebook kijk bij de groep “Je bent een echte Zutphenees als je…” heb ik vorige week verteld. Wel blijf ik vaak met de vraag zitten of ik nou een Zutphenees ben of een Zutphenaar. En is de vrouwelijke vorm niet altijd een Zutphense? 
Mijn onderburen op deze pagina in de Contact, Gert en Tess, zijn echte Zutphenezen. Toch spreken ze altijd keurig ABN op deze pagina. En echte Zutphenezen doen dat niet. Die hebben een eigen taal. Ik spreek die taal niet, maar ik versta het wel dondersgoed. Zutphenezen hebben geen nieuwe schoenen, maar nieuwe skoone (ofzo). De Weg naar Laren is voor hen de Weg noar Leure en De Hoven is De Heuve. Althans, zo klinkt het. Ik moet niet eens een poging doen om het op te schrijven, ik spreek het niet en hoe het geschreven wordt, daar heb ik al helemaal geen verstand van. Een echte Zutphenees zal ik dus wel niet zijn. Ik ben geboren in Warnsveld, in het inmiddels gesloopte ziekenhuis. Toen ik er geboren werd was dat nog Warnsveld, later werd hetzelfde bed in hetzelfde ziekenhuis op dezelfde plek ineens Zutphen. Ben ik dan eigenlijk een Warnsveldse? Mijn moeder is wel geboren in Zutphen, maar haar ouders woonden hier tijdelijk omdat mijn opa in Zutphen een winkel had. Haar broers en zus zijn dan ook niet geboren in Zutphen en mijn moeder is hier niet opgegroeid. Mijn vader komt van ver buiten Zutphen en heel toevallig kwamen mijn ouders op een gegeven moment beiden in Zutphen terecht waar ik dus geboren ben. Ik ben in Zutphen naar school gegaan, zowel de kleuterschool als de basisschool en de middelbare school. Het vervolgonderwijs deed ik niet in Zutphen. En via wat omzwervingen in het buitenland en Amsterdam belandde ik eigenlijk bij toeval toch ook weer terug in Zutphen. Ik vond hier werk en een huis. Ik heb veel Zutphense vrienden, een aantal van vroeger maar ook nieuwe vrienden. En zo leef ik gewoon heel gelukkig in Zutphen. Maar of ik nou een echte Zutphenees, een Zutphenaar of toch een Warnsveldse ben? Ik heb geen flauw idee. Ik voel me gewoon Henrieke in Zutphen. Ik zal Gert en Tess eens opzoeken. Zij kunnen me vast wel vertellen hoe het in elkaar zit. Want zij zijn tenslotte echte Zutphenezen, al spreken ze op deze pagina altijd ABN. En misschien kom ik dan eens van mijn Zutphense identiteitscrisis af…

Kapper. Column 2015-9 voor Contact

Deze column is gepubliceerd in de Contact. Www.contact.nl.

“Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land?” 
“Ik in ieder geval niet”, verzucht ik terwijl ik voor de spiegel sta en de zoveelste poging doe om mijn haar een beetje toonbaar te maken. Het wil niet lukken. Mijn haar gaat alle kanten op, behalve de goede. Na shampoo, crèmespoeling, maskertjes, gel en haarlak wil het nog niet lukken. Het lijkt wel of ik een ontplofte kat op mijn hoofd heb. Niet dat ik weet hoe een ontplofte kat eruit ziet, maar als ik me er een voorstelling bij moet maken dan lijkt een ontplofte kat op de bos touw op mijn hoofd. Dan maar gewoon een staart maken met een elastiekje, dan lijkt het nog wat…
Ik loop de deur uit om even de stad in te gaan. Halverwege krijg ik een enorme hagelbui op mijn hoofd. De hagel gaat over in regen en uiteraard heb ik geen paraplu bij me. Ik doe de boodschappen en loop terug naar huis. Ondertussen voel ik me een verzopen kat. Gelukkig heb ik geen idee hoe een verzopen kat eruit ziet, maar als ik me er een voorstelling bij moet maken…

Eenmaal thuis voor de spiegel zie ik dat het elastiekje is uitgezakt. Mijn haar ziet er echt niet uit. Ik weet dat er niks anders op zit, ontkennen heeft geen zin meer. Ik moet naar de kapper. En terwijl een vriendin me eerdere deze week vertelde dat ze drie uur heerlijk bij de kapper heeft gezeten en dat haar man niet begrijpt wat ze daar drie uur heeft gedaan, voel ik me ook een man. Ik houd niet van de kapper. Nou ja, de kapper zelf is echt heel aardig. Maar ik houd niet van naar de kapper gaan. Ik haal diep adem en begin met de voorbereiding. Ik stap weer onder de douche en was mijn haar. Ik droog me af, kleed me aan en droog mijn haar een beetje met de handdoek. Vervolgens loop ik met nat haar in de kou de stad weer in. Het is inmiddels gelukkig droog buiten. Aangekomen bij de kapsalon loop ik naar binnen. Ik heb geen afspraak, als ik eindelijk zo ver ben dat ik naar de kapper ga moet het ook meteen gebeuren. Ik vraag aan de kapper of er nog een gaatje is om geknipt te worden. Ik heb geluk, ik moet twintig minuten wachten en dan ben ik aan de beurt. Zuchtend stap ik in de kappersstoel. Wassen is niet nodig, dat heb ik zelf al gedaan. De eerste hindernis is dus genomen. De kapper weet precies wat ik wil, ik kom er vaker. Maar als de schaar in mijn lokken gaat ben ik meteen bang dat er teveel af is. En even later vind ik dat er te weinig af is. Ik moet niet zo kattig doen. De kapper verstaat zijn vak en doet precies wat een kapper moet doen. Vijftien minuten later sta ik op uit de stoel, mijn haar korter en nog nat. Ik wil niet onder de droogkap, ik wil gewoon weg. Geen gepluk en getrek meer aan mijn haar. Ik betaal de rekening, bedank de kapper en loop de deur uit. De kapper hoofdschuddend en in verwarring achterlatend. Eenmaal thuis sta ik weer voor de spiegel. Ik ga met mijn handen door mijn haar en ben toch weer blij met wat de kapper heeft gedaan. Geen ontplofte of verzopen kat meer op mijn hoofd, ik ben gewoon weer Henrieke. Maar wat ben ik blij dat ik de kapper de komende weken niet meer ga zien!

donderdag 12 februari 2015

Je bent een echte Zutphenees als je... Column 2015-7 voor Contact.

Deze column is gepubliceerd in de Contact. 

Een tijdje in het buitenland zijn is geweldig, toch is het ook weer fijn om weer in Zutphen te zijn. Ik heb Zutphen eigenlijk niet echt gemist. Dat komt omdat ik op Facebook lid ben van de groep “Je bent een echte Zutphenees als je…”.  Een virtuele groep met vooral inwoners van Zutphen en voormalig inwoners van Zutphen. In ieder geval zijn er momenteel meer dan 5700 mensen lid die erg gek zijn op Zutphen. 
“De verzamelplek voor typische Zutphense zaken, foto's, herinneringen en allerlei zaken die verband houden met onze liefde voor deze mooie stad!” Zo staat de groep beschreven door Amy, één van de beheerders. En de mensen in deze groep maken geregeld de prachtigste foto’s van Zutphen en plaatsen die in de groep. Foto’s van de IJssel, van de Walburgkerk of van beelden. Van de markten, en woningen en winkels in de verschillende wijken. Hele nieuwe foto’s maar ook hele oude foto’s. Discussies worden gestart en soms word er wel eens een foto geplaatst die zo oud is dat het moeilijk te zien is waar de foto gemaakt is. Dan is het raden en gissen en gelukkig is er altijd wel iemand die er gewoond of gewerkt heeft of iemand kende die er woonde en een einde maakt aan de onzekerheid en het goede antwoord geeft.
Met sneeuw worden er heel veel foto’s gemaakt. En terecht, want ook al houd ik helemaal niet van sneeuw, Zutphen is prachtig in de sneeuw en het levert fantastische witte foto’s op. In het voorjaar is Zutphen ook mooi, als de bomen weer in bloei zijn. En in de zomer met volle terrassen en spelende kinderen bij de waterwerken. In de herfst, als de bomen hun herfstkleuren laten zien en het weer onstuimig is. Ach, wanneer is Zutphen eigenlijk niet prachtig… En van al deze momenten worden door de leden de mooiste foto’s gemaakt. Eerlijk is eerlijk, ik plaats niet zoveel, ik geniet vooral van de foto’s en verhalen die anderen plaatsen. En daarom heb ik Zutphen niet echt gemist, omdat ik dankzij al die mensen die deze mooie foto’s plaatsen toch een beetje in Zutphen was. En daarvoor wil ik alle leden bedanken en vooral de beheerders van deze groep, Amy, Peggy en Brenda. Ik hoop dat er nog vele mooie foto’s zullen volgen!
De meeste gemaakte foto is ongetwijfeld die van de Zutphense skyline, gezien vanaf de Hoven. In de volle zon of in de schemering of bij nacht. In kleur of in zwart-wit. Zonsopgang of zonsondergang. In de winter, zomer, lente of herfst. Het is altijd mooi om foto’s van dit stukje Zutphen te zien. Want als ik de skyline van Zutphen zie met haar torens, de bruggen en de IJssel, dan weet ik dat ik thuis ben. Thuis in Zutphen. 

zondag 8 februari 2015

Afscheid. Column 2015-6 voor Contact

Deze column is gepubliceerd in de Contact.

Zondagmorgen in het kindertehuis in Perú. Een aantal kinderen is met een begeleider naar de kerk, de rest is aan het spelen in het huis. Voor de kinderen wordt van maandag tot met zaterdag tussen de middag warm eten gekookt door Gladys. Op zondag heeft ze vrij en dat betekent dus dat één van de begeleiders kookt. Ik help daar graag bij. Aardappels schillen en snijden om patat in een klein pannetje te bakken, rijst koken en tomaat en uien bakken. Uren staan we in de kleine keuken met minimale faciliteiten. De kip (met kop en poten) in stukken snijden laat ik aan de andere begeleider over… Als alles klaar is doen we het eten in 18 bakjes, waarna we met alle kinderen naar het strand gaan om daar lekker te picknicken. En zo heb ik dus ook de ervaring om voor een heel weeshuis eten te koken…
Op zondagavond, voor ik wegga, wordt me gevraagd of ik maandag eerder kan komen. Uiteraard kan ik dat, dus op maandagochtend ben ik al vroeg in het kindertehuis. Er is een hoop geheimzinnigheid en ineens komen alle kinderen en twee begeleiders al zingend naar me toe met een taart met de tekst “Feliz Cumpleaños Erica” oftewel “Gefeliciteerd Henrieke”. Mijn verjaardag! Ik was het zelf al vergeten, maar de begeleiders hebben een taart gekocht en de kinderen hebben mooie tekeningen gemaakt. Henrieke is niet uit te spreken voor hen, vandaar dat ik Erica genoemd wordt. De taart delen we met zeker twintig mensen in het tehuis, en echt, dat gaat prima. Iedereen gewoon een heel klein stukje. Ik ben echt ontroerd door zoveel liefs en kan met moeite mijn tranen inslikken.
De volgende dag ga ik met lood in mijn slippers naar het kindertehuis. De laatste dag dat ik hier in Huanchaco ben is aangebroken. En dat betekent dus dat ik afscheid moet nemen van alle jongens in het tehuis en van de mensen die er werken. En dat doet pijn. Heel erg pijn. Ik krijg dikke knuffels van hun allemaal. Ik beloof ze foto’s op te sturen en kaarten met hun verjaardagen. Ik beloof dat ik mijn uiterste best zal doen om weer bij ze terug te komen. Als ik het tehuis uitloop zet ik mijn zonnebril op en laat mijn tranen de vrije loop. Wat ben ik dankbaar dat ik onderdeel van hun leven uit mag maken en wat doet het pijn om ze hier achter te laten. 

Later die avond komt ook het afscheid van alle leuke mensen die ik in Huanchaco heb leren kennen. En de omgeving waar ik zo gehecht aan ben geraakt. De zee, de oude bussen, de herrie, het eten, de pier, de honden, het uitzicht en het zand dat werkelijk overal is. Het wordt tijd om de pelikanen op het strand te verruilen voor de Zutphense Pelikaan. Tijd om terug te keren naar Zutphen. 

donderdag 5 februari 2015

Bioscoop. Column 2015-5 voor Contact

Deze column is gepubliceerd in de Contact. Www.contact.nl


Als je in een kindertehuis in Perú woont dan weet je dat leuke dingen doen die geld kosten bijna niet mogelijk zijn. Om de twee maanden durende zomervakantie wat te doorbreken en een keer wat anders te doen dan naar het strand te gaan of voetballen besluit ik de vijftien jongens mee te nemen naar de bioscoop in de stad Trujillo. Mijn moeder was zo lief om geld voor de jongens over te maken, dus ik beloofde ze ook een hamburger na afloop. Op een donderdagmiddag ging ik op pad met twee mensen die in het kindertehuis werken en de jongens. Na een rit van bijna een uur in een hele oude rammelende bus van het dorp Huanchaquito naar de stad Trujillo kwamen we aan bij het winkelcentrum. Trujillo is de vierde stad van Perú met 650.000 inwoners. Het is een typische Zuid-Amerikaanse stad met veel herrie, een kathedraal, altijd toeterende taxi’s, koloniale gebouwen, duizenden eettentjes op straat en heel veel mensen. Daarentegen zijn er ook twee winkelcentra die totaal niet passen in het straatbeeld omdat ze heel modern zijn ingericht. Er zijn luxe westerse winkels en hamburgerketens. De bioscoop is ook in zo’n winkelcentrum. Na de kaartjes gekocht te hebben gaan we met popcorn en cola de zaal in. De Zutphense bioscoop is mooi en ruim, de Peruaanse doet daar zeker niet voor onder. Groot en westers met fijne stoelen. Als de film eenmaal begint kom ik er al snel achter dat de Peruaan wel gewoon zichzelf blijft, ondanks de andere omgeving. Tijdens de film wordt er hard gepraat, gelachen, gebeld en er worden foto’s gemaakt met telefoons. Mensen lopen in en uit en zelfs hele jonge baby’s hoor ik huilen in de zaal. Ik moet er wel om lachen en probeer me in te beelden dat het in Zutphen er zo aan toe zou gaan… De jongens genieten volop en als de film afgelopen is gaan we op zoek naar een Mcdonalds. Die is er niet, helaas dus geen Menú feliz (happymeal). Wel is er de Kentucky Fried Chicken, daarom gaan we daarheen. Als ik 15 menuutjes bestel vragen ze vier keer of het wel klopt. Ja dus. Het duurt even, maar het is het wachten waard. De jongens genieten volop van de hamburgers, de friet en de Inkacola, de favoriete knalgele frisdrank van alle Peruanen. Lekker ongezond, maar voor de jongens een echt feestje. Voor mij een feest om de kinderen een dag mee uit te kunnen nemen en een mooie herinnering te bezorgen. Op de terugweg in de hobbelende bus slapen de meesten. Het was een mooie dag. 

donderdag 29 januari 2015

Fairmail. Column 2015-4 voor Contact.

Er is een nieuw jongetje komen wonen in het tehuis in Huanchaquito in Perú. Hij krijgt kleding, een bed, eten en 14 nieuwe huisgenootjes. En als over een paar weken de zomervakantie voorbij is gaat hij ook naar school. En hoewel de faciliteiten minimaal zijn in het tehuis, begint voor hem nu na acht jaar eindelijk een veilig leven waarin hij gewoon kind mag zijn en waar liefdevol voor hem wordt gezorgd. Een leven zonder zorgen of angst. Hij wordt opvallend makkelijk in de groep opgenomen en speelt al snel een potje voetbal mee op de binnenplaats. De volgende dag ziet hij voor het eerst de zee. Zoveel water is echt vreemd en ook best beangstigend. Ik neem hem stapje voor stapje mee aan mijn hand de zee in om hem te laten wennen aan het water en de golven. Kopje onder gaan we niet. Hij kan niet zwemmen. Zoals bijna niemand dat kan hier in Perú. Ze zijn verbaasd dat ik wel kan zwemmen… Al snel is hij met andere jongens zandkastelen aan het bouwen in de branding. Gewoon, zoals alle kinderen dat overal ter wereld aan de kust doen. Ik heb sunblock gekocht voor de jongens. Ook al hebben ze een getinte huidskleur, zij verbranden net zo snel als ik zo dicht bij de evenaar.
In Huanchaco, het wat grotere dorp naast Huanchaquito, woon ik in een huis waar ook Charlie Merrill woont. Charlie is net afgestudeerd in de Verenigde Staten en hij doet een paar maanden vrijwilligerswerk voor Fairmail. Fairmail is een van oorsprong Nederlandse organisatie. Ze werken met kansarme tieners in Perú, India en Marokko. De tieners krijgen gratis les in fotografie. Van hun beste foto’s worden kaarten gemaakt die verkocht worden in verschillende landen. Van de winst gaat 50% naar de tieners die daarmee hun opleiding kunnen bekostigen. Twee voormalig bewoners van het tehuis waar ik werk en één jongen die er nu woont doen mee bij Fairmail. Op een dag kwam ik thuis van het werk in het tehuis. Charlie was op zijn laptop bezig met de foto’s en vroeg me: ‘Kun je me dinsdagmiddag helpen? Ik heb een blondje nodig die een baby gaat ontvoeren.’ Ongetwijfeld zag hij mijn verbaasde blik waarop hij me uitlegde dat hij een korte film ging maken met een paar Fairmail tieners. Zij hadden het script geschreven en daar kwam een buitenlandse vrouw in voor die een baby ging ontvoeren. Daar wilde ik uiteraard wel aan meewerken. En zo maakte ik nader kennis met Fairmail. Heel interessant om met ze op pad te gaan. Ook leuk om een keer met meiden te werken, in het tehuis wonen namelijk enkel jongens. Ik heb de “baby” ontvoerd, maar qua acteertalent moest ik het overduidelijk afleggen tegen de Peruaanse tieners. Geweldig om te zien. Mooi hoe ze bij Fairmail met veel plezier aan een toekomst werken. En hoe ook daar vrijwilligers zich inzetten voor de tieners. Waar je geboren wordt, dat kun je niet kiezen. Wel kun je vanaf een bepaalde leeftijd kiezen wat je verder met je leven doet. En een beetje hulp daarbij, dat hebben we allemaal nodig, maar in sommige delen van de wereld een beetje extra…

Voor meer informatie en de kaarten van Fairmail: http://www.fairmail.info

Link naar de video: https://www.facebook.com/video.php?v=1002717206424388&set=vb.548810021815111&type=2&theater

dinsdag 27 januari 2015

Surfles. Column 2015-3 voor Contact

Column voor de Zutphen editie van Contact. Gepubliceerd 22 januari 2015. 


Hier in Perú is het zomer en wordt het met de dag warmer. Op vakantie gaan is meestal geen optie in Perú. Zeker niet als je met 13 andere kinderen in een kindertehuis woont. Dan behoort een dag uit al niet meer tot de mogelijkheden. En dan zijn twee maanden zomervakantie ineens wel heel erg lang. Gelukkig voor de 14 jongens in het tehuis is er een surfschool in Huanchaco die ze gratis surfles geeft en waar ze gratis het materiaal kunnen gebruiken. De jongens vinden het geweldig en als echte surfdudes lopen ze naar het strand met de surfplanken en proberen ze in het water op de planken te staan, wat ze best goed afgaat. Ik ga graag mee. Niet om te surfen, maar om foto’s te maken. Voor ik weg ga zal ik de foto´s ergens laten afdrukken zodat ze allemaal wat stoere surffoto’s hebben om in de slaapkamers te hangen. In elke kamer slapen ze met vier jongens, dus het is leuk om wat persoonlijks aan de kale muren te hebben. 
Buiten het werk in het kindertehuis doe ik natuurlijk ook van alles. Ik ga graag naar de stad Trujillo wat een mooi historisch centrum heeft. Buiten de stad zijn de Huaca de Luna y Sol, de tempels van de maan en zon van de Moche cultuur. Ook de eeuwenoude stad Chan Chan ligt hier dichtbij. Perú is vooral bekend om de Inca cultuur, maar de Moches leefden ver voor die tijd. Qua natuur is het hier in de woestijn vooral zand en zee. En elke avond de mooiste zonsondergang die ik ooit ergens heb gezien. Ik heb hier ook veel leuke mensen ontmoet. En met een aantal van hen beland ik op een zaterdagavond in de stad Trujillo om een drankje te drinken. In een bar raak ik in gesprek met Janeth, een hele leuke en vrolijke Peruaanse. Als ik vertel dat ik uit Nederland kom vertelt ze mij dat ze een paar jaar in de Achterhoek heeft gewoond. ‘Ik ging altijd graag naar Zutphen’ zegt ze zonder dat ik haar heb verteld dat ik daar woon. Ik wil het eerst niet geloven, maar ze kan echt veel vertellen over Zutphen. De Walburgkerk, de IJssel en zelfs Droge Nap kent ze. Als ik een foto op mijn telefoon van mijn huis laat zien kan ze precies vertellen waar het is. Aan het water bij een parkeerplaats. Ongelooflijk. We besluiten nog eens af te spreken en worden vrienden op Facebook. En de volgende dag plaatst ze een foto op mijn Facebook van haarzelf in het beeld van Droge Nap. Het duurt lang voor ik kan stoppen met lachen. Ik dacht even van Droge Nap verlost te zijn. Maar zelfs meer dan 10.000 kilometer van Zutphen weet hij me nog te vinden…

dinsdag 20 januari 2015

Brief aan Máxima. Briefgeheim

                                                                          Zutphen, 21 januari 2015

Beste Koningin Máxima, 

Ik heb wat brieven gekregen van de AIVD. Ze vertelden mij dat uw aanspreektitel "Majesteit" is, en niet "Beste Koningin Máxima". Nou vind ik Majesteit echt te truttig als aanhef van een brief, dus ik blijf gewoon Beste Koningin Máxima schrijven. Majesteit vind ik meer passen bij uw schoonmoeder en de vorige eeuw. Zoals ik eerder al uitgelegd heb: Uw naam is Máxima, u bent koningin, en omdat u de enige koningin bent, bent u ook vanzelfsprekend de beste.
Misschien moet u die lui van de AIVD maar eens aanpakken en zeggen dat ze zich niet met uw post moeten bemoeien. Ik schrijf altijd netjes mijn naam en adres als afzender achterop de envelop, dus ze weten dat het van mij afkomt en niet van één of andere mafkees die u liefdesbrieven schrijft of snode plannen heeft.

Overigens goed dat u gewone goedkope enveloppen van de Hema gebruikt voor uw brieven aan mij en niet uw naam en adres op de envelop schrijft. Ik vertrouw de postbode hier volledig, maar een brief van de koningin achterover drukken is toch wel verleidelijk. Dat het die uitgever is gelukt om mijn brieven aan u te bemachtigen is al erg genoeg. Hij gaat er echt een boek van uitbrengen. Een boek van al mijn brieven aan u. Over een maand of 4 moet dat boek in de winkel liggen. Ik vind het wel heel erg gênant, want ik heb u veel dingen in mijn brieven verteld die niemand wat aangaan. Vertrouwelijke, persoonlijke zaken. Maar ik ben gelukkig maar gewoon Henrieke. Volstrekt onbekend in binnen-en buitenland. Dus hij gaat zijn gang maar met zijn boek, er is waarschijnlijk toch niemand die het wil lezen. Als uw brieven aan mij gevonden waren, dan was dat vele malen erger geweest. Veel persoonlijke dingen heeft u mij in uw brieven verteld. Ik las in de krant dat u afgelopen week in gesprek bent geweest met kinderen van gescheiden ouders. Zag u de bui al hangen? Niet nodig hoor. Ik heb al uw brieven verbrand en heb er met niemand over gesproken. Al ben ik het wel met u eens dat Enrique Iglesias een flinke huwelijkscrisis waard is, evenals Messi en Antonio Banderas. Een Hollander is leuk, maar die latin-lovers zijn nou eenmaal een stuk interessanter. Helaas heb ik het telefoonnummer van Enrique ook niet. Als ik dat kan achterhalen laat ik het u meteen weten.

Ik denk niet dat het een goed idee is om over te stappen op e-mail. Als u een gewone brief schrijft weet u zeker dat er maar eentje van is. Een e-mail blijft altijd ergens op het World Wide Web hangen… En echt, ik verbrand uw brieven meteen. Ik ben echt bang dat het e-mailadres MáximalovesEnriqueIglesias@hotmail.nl ontdekt en gehackt gaat worden. Laten we dus maar gewoon met pen en papier brieven blijven schrijven.

Voor die uitgever verzinnen we nog wel een keer een goede oplossing…

Hartelijke groet van uw onderdaan en penvriendin, 


Henrieke Schoonekamp 

Perú 2. Column 2015-2 voor Contact.

De berichten over een koud, regenachtig, en winderig Zutphen hebben mij hier in Perú ook bereikt. Ik leef met u mee daar, al kan ik me hier in een heel warm, droog en zonnig Huanchaco amper meer voorstellen hoe de kou aanvoelde. Met heel veel sunblock op mijn blanke huid ben ik bijna elke dag bij de jongens in het kindertehuis. Zo vlak bij de evenaar is de zon gevaarlijk sterk en heb ik sneller de kleur van een kreeft dan me lief is.

In Nederland ben ik gewend om 's ochtends naar mijn auto te lopen en daarmee naar het werk te rijden. Hier gaat dat iets anders. 's Ochtends loop ik naar de kust, waar tussen het strand en de gebouwen een weg loopt. Het kindertehuis ligt in het dorpje Huanchaquito, even buiten Huanchaco. Bushaltes zijn er niet, wel rijden de bussen af en aan tussen Huanchaco en de stad Trujillo. Als er een bus aankomt dan wapper ik gewoon met m’n handen, waarop de bus stopt. Ik heb dan gemiddeld twee seconden de tijd om in de bus te springen waarop deze verder rijdt. De bussen zijn heel oud, roestig en rammelen aan alle kanten. In Nederland waren ze nooit APK goedgekeurd, hier doen ze niet zo moeilijk en kunnen ze nog jaren mee… En van elke chauffeur vraag ik me af of hij wel een rijbewijs heeft. Ik ben met mijn 172 centimeter hier erg lang. Zo lang, dat ik niet recht op een stoeltje in de bus kan zitten. Ik ben dan ook altijd erg blij als ik Huanchaquito nader en en naar de chauffeur kan roepen “baja”. Voor hem het teken om als een malle op de rem te trappen zodat ik een halve sol (0,14 eurocent) kan betalen om dan uit de bus te springen. En terwijl mijn voet nog op de onderste trede is, rijdt de bus alweer verder. Dan nog even door het stoffige zand van Huanchaquito lopen en dan ben ik bij het kindertehuis. Openbaar vervoer is een avontuur op zich…

Als er geen bijzonderheden zijn ga ik graag met de kinderen naar het strand. Dat was ook even wennen, met 15 kinderen naar het strand die niet kunnen zwemmen en die gewoon de zee inspringen. Maar net als met de bussen gaat dat ook goed. Zandkastelen bouwen, zandkrabbetjes vangen, spelen met water, spelletjes doen… gewoon een lekkere dag aan het strand. Ik bedek me zoveel mogelijk om niet ook een kreeft te worden. Want verbrand terug naar Huanchaco met de bus, dat is echt niet te doen…



vrijdag 9 januari 2015

Perú. Column 2015-1 voor Contact.

Eind 2013 vertrok ik uit Perú nadat ik er zeven weken was geweest. Van de zeven weken had ik er vijf in een kindertehuis gewerkt. En toen ik vertrok wist ik heel zeker: Perú zat voor altijd in mijn hart en een deel van mijn hart bleef achter in Perú. Dat ik besloot om tijdelijk weer terug te gaan naar Perú, en vooral naar het kindertehuis, was dus niet verwonderlijk.
Uiteraard heb ik in Nederland ook gelezen hoe op een aantal plaatsen in de wereld kinderen worden gebruikt in tehuizen om “rijke” vrijwilligers te lokken. In het kindertehuis waar ik als vrijwilliger werk gebeurt dit zeker niet. In 2013 kreeg ik in Perú eerst een gesprek met een psycholoog en werd mijn Spaans getest. Ze wilden zeker weten dat ik kon omgaan met kinderen met vaak heftige verledens op straat en dat ik op een normale manier met hen kon communiceren. Ik slaagde gelukkig voor de testen. Ik betaal ook geen geld om er te mogen werken, ik betaal alleen mijn verblijf. Er is dus niemand die er geld aan verdient.
Na een lange vliegreis en een nog langere busreis was ik weer terug in Huanchaquito, een dorpje in het noorden van Perú, aan de kust in de woestijn. Een van oorsprong vissersdorp met typische rieten vissersboten, de zogenoemde caballitos. Perú ligt op het zuidelijk halfrond en het is hier nu dus zomer. De temperatuur is hoog, maar door een koude golfstroom is het zeewater niet warmer dan 14 graden Celsius. En omdat het zomer is hebben de kinderen in het tehuis nu zomervakantie. In 2013 hielp ik veel met huiswerk maken, nu is het vakantie dus veel tijd voor leuke dingen. In het tehuis wonen momenteel 14 jongens in de leeftijd van 8 tot 15 jaar. De eerste dag dat ik weer terug kwam bij het tehuis was even spannend. Zouden ze me nog wel kennen? Er waren ook veel nieuwe kinderen. Maar toen ik bij de poort stond en een paar bekende stemmetjes mijn naam hoorde roepen was het meteen weer goed. Geweldig om weer bij ze te zijn en weer met ze te kletsen en spelen. Mooi om te zien hoe kinderen die er in 2013 net waren en angstig en verlegen waren nu opgebloeid zijn tot stoere voetballers die het best goed doen op school. Wat voor de jongens heel belangrijk bleek te zijn, was dat er iemand was die ze leuk genoeg vond om voor terug te komen. 
Speelgoed is er bijna niet, faciliteiten ook niet. Zo doen de kinderen hun eigen was, met de hand. Begeleiders maken hele lange dagen van 26 uur. Maar het belangrijkste is dat ze er veilig zijn, eten en drinken krijgen, kind kunnen zijn en naar school gaan. En hoewel het de bedoeling is dat ik ze wat leer, leer ik net zoveel van hen, van deze bijzondere, leuke jongens. Zo kan ik tegenwoordig best goed voetballen… En weet ik dat persoonlijke aandacht en af en toe een knuffel zoveel belangrijker is dan een kast vol speelgoed.